4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vo rige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was- opgezegd. 5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lid maatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen op zichte uit te sluiten. 6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. 7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te- laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit- het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten- spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep ie het lid geschorst. 8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een vereni gingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd. 9. De rechten en verplichtingen van een jeugdlid van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaar lijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd; opzegging namens de vereniging geschiedt door het be stuur. GELDMIDDELEN Artikel 7- 1De ter bereiking van het doel der vereniging beno digde gelden kunnen worden verkregen door: a. heffing van een jaarlijkse contributie van de leden, jeugdleden en begunstigers. b. giften; c. subsidies; d. erfstellingen en legaten; e. toevallige baten. 2. Jaarlijks wordt door de algemene vergadering het bedrag van de contributie vastgesteld; daartoe kan de algemene vergadering de leden, jeugd leden en begunstigers in kategoriee'n indelen die een verschillende bijdrage betalen. RECHTEN JEUGDLEDEN EN BEGUNSTIGERS Artikel 8. Behalve de overige rechten die aan jeugdleden en begunstigers bij of krachtens deze statuten worden toe gekend, hebben zij het recht de door de vereniging georganiseerde bijeenkomsten bij te wonen. BESTUUR Artikel 9. 1Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste negen personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit- de leden, behoudens het hierna bepaalde Eén lid van het bestuur kan een zogenaamd, jeugdlid te zijn. De algemene ledenvergadering kan besluiten dat één lid van het bestuur buiten de leden wordt benoemd.- 2. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of- meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 3- T- lot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als vijf leden. De voordracht van nex Desiuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door vijf of meer leden moet voor de aanvang van de vergade ring schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. 4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden- ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uit gebrachte stemmen genomen besluit van de aanwezigen in de algemene vergadering. 5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opge maakte voordrachten het bindende karakter te ontnemen,- dan is de algemene vergadering vrij in de keus. 6. Indien er meer dan eén bindende voordracht is, ge schiedt de benoeming uit die voordrachten. EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP-PERIODIEK LIDMAATSCHAP Artikel 10. 1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een besluit tot schorsing of ontslag kan slechts genomen worden indien twee/derde van de aanwezige leden in een algemene ledenvergadering daartoe besluiten. Een dergelijk besluit dient met redenen te zijn omkleed. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. 2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken- rooster van aftreding. De aftredende is terstond her kiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. 3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: a. door het eindigen van het lidmaatschap van de ver eniging; b. door bedanken. EESTUURSFUNKTIES - BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR Artikel 11. 1Tenzij zij in funktie zijn gekozen, wijst het be stuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, alsmede desgewenst voor elk hunner uit zi^n midden een vervanger. Een bestuurslid- kan meer dan eén funktie bekleden. 2. Alle besluiten van het bestuur worden genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1985 | | pagina 18