NESTKASTEN De kerkuil doet zijn naam geen eer aan. Je zou namelijk, ge zien zijn naam, verwachten dat deze soort uil zich veel op houdt in kerken. In dit gewest heeft de kerkuil tot nu toe maar 4 maal een kerk gekozen als broedgelegenheid Als broedgelegenheid wordt gekozen voor oude fabrieksgebouwen of oude schuren. Toch vinden de meeste broedgevallen plaats op een boerderijal dan niet in een speciaal voor de kerkuil opgehangen nestkast Van deze kasten, waarvan er nu zo'n 30 in Oost-Zeeuws Vlaande ren zijn opgehangen, wordt in sommige gevallen dankbaar ge bruik gemaakt. Bij oude schuren is in veel gevallen het "uilegat" een riante mogelijkheid voor de kerkuil om in de schuur te komen en daar een nest(kast) te bewonen. Toch vinden de meeste bekende broedgevallen wel plaats in een nestkast. Aangezien de kerkuil een vogel is die in iedere maand van het jaar tot broeden kan komen (dit heeft weer te maken met het voorkomen van muizen) is het controleren van nestkasten soms "gevaarlijk"Toch zeker als men daarbij bedenkt dat de kerk uil een kwetsbaar soort is, die bij de minste verstoring zijn nest verlaat In sommige gevallen is het niet altijd noodzakelijk dat een nestkast bezocht wordt. Als men savonds regelmatig in de buurt van een kast komt en er zitten jonge kerkuilen in, ver raden ze zichzelf door hun geblaas en gesis. Toch blijft gro te voorzichtigheid geboden. 1 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 17