SOLITAIRE KERKUILEN Naast paren (en niet broedende paren) komen er natuurlijk ook alleenstaande (=solitaire) kerkuilen voor. Het is erg moeilijk om te bepalen of het nu gaat om een alleenstaande kerkuil of om een "gehuwde" kerkuil gaat. Een kerkuil heeft namelijk een vrij groot jachtgebied 35 ha) en kan dus ver van zijn broed plaats te vinden zijn. DODE KERKUILEN. Natuurlijk blijven niet alle kerkuilen in leven, dat is lo gisch, maar het jammere van de zaak is dat de meeste kerkui len niet, zoals het hoort, aan een "natuurlijk einde komen. Er zijn verschillende doodsoorzaken vast te stellen. Ik noem er enkele: verkeersslachtoffers 60 moedwillige vervolging en vergiftiging. Deze vergiftiging hoeft niet altijd opzettelijk of direct te zijn. Als namelijk muizen vergiftigd worden en de kerkuil eet zo'n muis dan zal ook de kerkuil vergiftigd worden. Van sommigen exemplaren is 't soms ook moeilijk om de doods oorzaak vast te stellen. Natuurlijk mogen we ook de natuurlijke doodsoorzaken niet ver geten. Ik noem voedselgebrek als voornaamste oorzaak. Dit kan verschillende oorzaken hebben, hiervoor werden er al enkele genoemd STAND VAN DE KERKUIL. Het aantal kerkuilen is als gevolg van verschillende omstan digheden nogal aan schommeling onderhevig. Als we nu gaan kijken naar het totaal aantal kerkuilen in Nederland en we vergelijken dat met Oost-Zeeuws Vlaanderen 1/80 deel van Nederland) zien we het volgende: Geregistreerde broedgevallen in Nederland 1_: Mogelijke broedparen 2: Broedgevallen in Oost-Zeeuws Vlaanderen 3: 1 2 3 1 970 1 1 6 91 6 1 971 1 27 1 25 4 1 972 1 80 1 28 6 1 973 1 07 - 1 06 3 1 974 1 74 1 20 7 1 975 1 88 50 1 97 6 1 45 28 5 1 977 1 85 37 8 1 978 1 89 43 5 1 979 86 1 4 4 gemiddeld 150 74 gemiddeld:6 1 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 18