PARELS IN HET LANDSCHAP DOOR M. BUISE 3Cramp, S. K.E.I. Simmons1 980. Handbook of "the Birds of Europe the Middle East and North Africa, volume 2 - Hawks Jo Bustards. Oxford University BressOxfort - New York - London. 4DijkAJvan B.L.J, van 0s1982Vogels van Drenthe Van G-orcum, Assen. 5. Gluts von Blotzheim, U.N., E.M.Bauer E. Bezzel, 1971 Handbuch der Vogel Mitteleuropasband 4. Akademische VerlagsgesellschaftErankfurt am Main. 6. Hustings, F. F. Schepers, 1984. Broedende roofvogels in oostelijk Zuid-Limburg. In Vogelvluvht 7: 53-58. 7. Lensink, R., 1983* Veluwe inventarisatie 1982, een in ventarisatie van een aantal kenmerkende broedvogel- soorten op de Zuidwest-VeluweVerslag, 74 pp. Als je onze streek doorkruist, te voet, met de fiets, per brommer of auto, zie je geregeld van die kleine ronde kreek jes in een kronkel van een dijk. Het zijn herinneringen aan vroeger tijden toen het natuurgeweld nog veelal oppermachtig was, en de mens hiertegen betrekkelijk weinig had in te brengen. Het zijn resten van dijkdoorbraken die o zo kenmer kend zijn voor de geschiedenis van opbouw van ons polderland, De zee gaf rijke schorgronden die werden bedijkt. Maar de zee nam ook terug. En als dan zo'n dijk het na 'n urenlang gebeuk der golven begaf, baande het watergeweld zich door een alsmaar breder wordend gat de moeizaam gewonnen polder in. En daarmee zijn we dan bij de oorsprong van onze wielen ook wel welen of weeltjes genoemd, aanbeland. Aan landzijde van de doorbraak ontstond een diep en groot stroomgat als gevolg van de wervelingen en kolkingen in het water (vergelijk draaikolken) Van de stroomsnelheid van het water, dus van de breedte van het gat, hing af hoe diep en hoe groot die doörbraakkolk werd. En meestal waren ze diep. Door die grote diepte was men aanvankelijk niet in staat, het was te duur, ze te dichten en legde men bij het herdijken van de polder de dijk er eenvoudig weg omheen. Daardoor ontstond de kronkel in de dijk. Vaak legde men de dijk aan de zeezijde van het wiel opdat deze dan beter de druk van het buitenwater kon opvan gen. Dankzij deze werkwijze van onze voorouders vormden de ze wateren lang een fraaie stoffering in ons landschap. Tot men na de Tweede Wereldoorlog op het idee kwam ze als vuilstort te gaan gebruiken. In de volgstroom van onze groeiende welvaart werd ook de afvalproduktie groter. En wat was er nu in de ogen van de toenmalige generatie van 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 28