opbouwers mooier dan zulke onrendabele diepe putten vol te storten, een laag grond erover, en er vruchtbare akkers van te maken. Op die manier verdwenen in de jaren vijftig en zestig veel van dit soort fraai ogende plasjes. Jammer beseften toen maar weinigen dat er ook nog andere waarden waren dan alleen maar materiele Zo verdwenen de Ronde Putten (30 en 31Wiel van de Krul (22), Pennemansgat (20), de Seek (6), Moerputje 17en een aantal wielen in de Oude Grouwpolder (10 en 11 Melopolder (12), Ellendijk (25). De meeste van deze wielen waren al meer dan 300 jaar oud. Ook het meest recente wiel, het Gat van Ko (7) verdween door vuilstort. En ook recentelijk zijn er wielen verdwenen of sterk aangetastweliswaar niet door vuilstort, maar door wegenaarileg en dijkverzwaring. Op het eind van de jaren zeventig werd de "Put" (29) ge dempt, omdat men die knik in de Beoostenblijsestraat ver keerstechnisch niet vond passen. Nu kunnen automobilisten er met een vaart van 140 km/u voortjakkeren. Ofschoon de "Put" midden in de polder ligt wordt wel ver ondersteld dat het een zeer oud wiel is in de zate van een M'iddeleeuwsedijk uit de periode van voor de militaire inundaties van 1585/86. Rond 1971/72 verdwenen twee fraaie wielen in de Westerscheldedijk namelijk bij Kreverhille (3) en dat bij de "Magere Merrie" (4).

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 29