het fraaie zonnige winterweer werd t een prima tocht
waarvan slechts 5 deelnemers genoten.
Om 12.00 uur ging iedereen moe maar voldaan naar huis.
Waargenomen vogels
BRAAKMAN: Pimpelmees 16, Kleine zwaan 17 adult 1 paa
met 4 juv 1 paar met 5 juv, Aalscholver 19, Blauwe
reiger 5, Grote zaagbek 22m 10 v, Brilduiker 2m 3v,
Nonnetje 2v, Dodaars 9, Wulp 19 overvl., Wintertaling
2 1v, Grauwe gans 39, Wilde eend 480, Meerkoet 180,
Groenling 1Grote mantelmeeuw 6Stormmeeuw 75Kok
meeuw 150, Zilvermeeuw 25, Tafeleend 1m, Brandgans 1
Knobbelzwaan 7 ad 3 juv overvl., Kolgans 350 overvl,
Pazant 8, Putter 1Merel 6, Winterkoning 2, Blauwe
kiekendief 1v, Vlaamse gaai enkele gehoord, Koolmees 7,
Scholekster 2, braakbal 1 gevonden verm, van Ransuil,
Goudhaantje 7, Roodborst 4, Grote bonte specht 2,
Kramsvogel 3, Matkop 1ïaterral 2, Vink 2, Watersnip 3,
Houtsnip 1Ijsvogel 1Koperwiek 3Huismus 5
K0UDENP0LDERVeldleeuwerik 4 ter plaatse, Buizerd 2,
Torenvalk 1Ekster 20 samen, Huismus 12 samen, Kolgans
800, Zwarte kraai 6, Blauwe kiekendief 1v, Holenduif 8,
Patrijs gehoord, merel 1
EXCURSIEVERSLAG ZOMEREXCURSIE SAEFTINGHE 9-6-'85:
Om 13.00 uur verzamelden zich 19 personen in Emmahaven on
der aan de nieuwe zeedijk voor een excursie door "Het Ver
dronken Land van Saeftinghe" onder leiding van een gids
van"Het Zeeuwse Landschap". Ondanks de donkere lucht en de
af en toe vallende regenbuien was het toch aardig excursie-
weer en zelfs de zon liet zich nog even zien. Toen we nog
maar net in de Saeftinghe waren verscheen al een Bruine
Kiekendief cf. Later kregen we de kans om hem van betrekke
lijk dichtbij boven het riet te zien vliegen.
Het viel direct op dat er zoveel Tureluurs en Scholeksters
luid roepend om de excursiegroep heenvlogen. Volgens de
gids lagen er veel nesten in de begroeiing langs de geulen.
Na het nodige, glibberige klim- en klauterwerk kwamen we
bij de "le platte plaat" waar de gids het één en ander uit
legde over de opbouw van de schorren. De flora van de Saef
tinghe is geheel aangepast aan het brakke water. In de lage
kommen, die bijna ieder getij onderstromen, stond Engels
30