VOGELS VLAKBIJ: DE MEREL DOOR B.M. GROOTJANS HAGEL EN SNEEUWONWEER WIND EN REGEN DEREN ONS NIET,WIJ KUNNEN ER WEL TEGEN Aan deze regels uit mijn schooljaren,moest ik denken bij al het barre weer dat er de laatste tijd al geweest is. Wij kunnen er zeker wel tegen met onze aangepaste kledij en als het weer ons wat al te gortig wordt,dan blijven we gewoon zo veel mogelijk thuis.Maar voor de vogels in het vrije veld,die voortdurend buiten zijn,is het een ware strijd op leven en dood.Eerst mist,dan weer strenge vorst,de dag daarop sneeuwstorm en ga zo maar door.De meeste vogels vluchten maar wat heen en weer en dan ineens zet ko ning winter goed door.Hoog in de lucht klinkt gegak van ganzen.De takken van de bomen kra ken bij het minste zuchtje wind,omdat ze vorstdroog zijn geworden.Ergens ver weg van de waterkant klinkt het gejodel van een wulp. Het verdroogde riet langs de kreek staat met de voeten in een laag ijsZeeuws-Vlaanderen in de winter. Nog wat lagen sneeuw op de landerijen,een beetje ijzel er bovenop en dan krijgen de vogels het moeilijk. Zo ook de merel in onze tuin.Kijk hem daar nu zitten op de rand van het schuurdak.De veren opgezet,zo ver mogelijk over de pootjes,om deze warm te houden.Zo af en toe gaat hij zelfs op één poot staan om de andere te warmen.Het geelomrande oog staat nog helder en speurt naar voedsel. Het duurt niet lang,of hij krijgt de appel in de gaten,die ik vanmorgen in twee helften,op de sneeuw gegooid heb,om dat ik er een rot plekje aan ontdekt had.Trouwens als het zo zwaar wintert gooien wij altijd wel wat oud brood of ge kookte aardappelen voor de vogels in onze tuin en voor de lijsterachtigen wat uniVerseelvoerdat in de dierenwinkels te koop is Driftig pikt de mannetjesmerel in zijn gitzwarte pakje met de geel-oranje snavel in het sappige vlees van de appel helft.Onder de ligusterhaag vandaan scharrelt nu ook een merelvrouwtje het toneel op.Zij is bruin met een gespikkel de geelbruine borst.Twee donkere vogels in witte sneeuw,een prachtig gezichtlDe enige lijsterachtigen in ons gewest waar van de verenkleden van mannetje en vrouwtje 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 7