ROERDOMP EET GRASPIEPER DOOR PETER MAAS geul langs de zeedijk, nu niet langer een typische schordijk met tot op de berm lopende schorplanten, gedroogd zeewier, waarin busjes, plankjes en allerlei vreemdsoortige rommel, maar een prozaïsche bazalten glooiing. Ongeveer 120 ha beslaat de vaargeul in het geheel, die nog tamelijk diep is en dus ook na de in poldering zal blijven bestaan. Wijd ligt het groene schor nu aan de overkant van de geul, het slikgra» wuivend in de wind. Merkwaardig hoe weinig vogels ik op deze tocht heb waargenomen. Alleen enkele meeuwen zwenken boven het water, terwijl ik bij het begin van mijn tocht alleen enkele oeverlopers langs de brokkelranden van het schor heb zien scharrelen. Dan komt bij de Nieuwe Neuzen-Polder de drukl van de inpoldering, kranen, auto's, mensen en motor geronk. De inpoldering is ongetwijfeld nodig, de tijd is rijp en 1400 ha bouwland opent voor vele mensen nieuwe perspectieven. En toch kijkt de natuurliefheb ber, als hij de dijk afdwaalt cm via Terneuzen huistoe te gaan, nog even om en laat zijn blik nog eens gaai over de schorren van de Braakman, over de planten wereld in het schaterend zonlicht en het is of de wui ving van het slikgras in de verte een afscheidsgroc beduidt. Het is zondag 26 januari 1986. Ik krijg een tele foontje van dhr.Vink uit Axel, woonachtig op DrieschouwenHij vertelt dat hij achter zijn huis een Roerdomp heeft gevonden en die zit nu bij hem in de schuur. We spreken af dat ik hem s'avonds zal komen ophalen. Daar aangekomen tref ik een mooie vogel aan, waar zo te zien niets aan mankeert. Waarschijnlijk is de vogel bij het vliegen tegen een boomtak aangevlogen en daardoor wat versuft ge raakt. Gelukkig zijn er geen verwondingen te zien. Midden in de schuur, op de grond, heeft de Roerdomp wat uit gebraakt. Het lijkt me wel interessant om te weten wat deze vogel heeft gegeten en ik onderzoek het dotje slijmerig uit- braakselHet is een klein vogeltje met spitse snavel en een gespikkelde borst. Dit moet een graspieper zijn! Ongetwijfeld moet de Roerdomp deze prooi bij verrassing ge vangen hebben, want een Graspieper is natuurlijk veel snel ler dan een Roerdomp. Het lijkt wel een variant op het ge zegde hoe een koe een haas vangt De Roerdomp heb ik mee naar huis genomen; ter observatie. Maar thuis gekomen bleek deze al weer zover te zijn opge knapt dat ik besloot, om hem meteen de volgende morgen weer los te laten. En zo gebeurde. Maandagmorgen aan de Spuikom te Terneuzen. Even aarzelde de Roerdomp om er van door te "gaan. Maar dan sloeg hij zijn vleugels uit en met een majesteuze vlucht laag over het riet ging hij er van door Een mooi gezicht. Tevreden kon ik vaststellen dat deze vogel weer gezond en wel terug de natuur in kon. Niet vergeten afspraak met de buren afzeggen, want op 5 juli wordt u in Terneuzen verwacht voor het grote Steltkluut feest. 84

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1986 | | pagina 22