Bij het beoordelen van de resultaten dient te worden bedacht
dat deze cijfers enigszins geflatteerd zijn. Het is immers
een klein gebied en diverse vogels die als broedvogel zijn
opgegeven broeden net binnen de grenzen (grensdijken/wegen
maar hebben het grootste deel van hun territorium waarschijn
lijk erbuiten. Een afname over de afgelopen 14 jaar staat
echter onomstotelijk vast.
Ingrijpende landschappelijke veranderingen hebben zich in
deze periode niet voorgedaan: op het eind van de jaren zeven
tig is de kunstwei aangelegd en enige jaren daarna ongeveer
de helft van het aantal bomen op de Vlietdijk gerooid,
alsmede die op de SchenkeldijkBlijkbaar liggen andere oor
zaken aan deze afname ten grondslag. Toch komt de polder er
met z'n dichtheden nog goed vanaf, als we bvvergelijken
met die van de de Braakmanpolder 1575 ha) en een deel van
de Koudepolder (142 ha) (ontleend aan Castelijns e.a.,1986).
Aantal territoria per 100 ha
Patrijs Veld- Gras- Gele
leeuwerik pieper kwikstaart
Braakman (1 985) 4.9 5.8 6.9 5*9
Koudepr 19856.4 10.0 11.0 10.o
Mispadpr (1 986)- 7.4 9.7 12.2 4.8
en (1 973-75) 1 4.6 1 6.3 1 7.8 1 1.2
Uiteraard is het erg verleidelijk om aan de hand van boven
staande gegevens uitspraken te doen over de gehele streek.
Een afname van alle vier de soorten staat ook voor heel
Oost Zeeuws-Vlaanderen vast. Daarvoor dient men slechts een
paar dagboeken te raadplegen. Een percentage is evenwel niet
te geven. Daarom zou men er goed aan doen wat meer aandacht
aan deze "gewone" soorten te besteden daar ook zij indica
toren zijn van een veranderend milieu om ons heen.
M.A.Buise, Julianalaan 1 1 4561 JA Hulst.
Literatuur
BuiseM.A., 1980. Broedvogelkartering in Oost Zeeuws-Vlaan-
deren in de jaren 1971-1975. De Steltkluut 10: 90-93.
Castelijns, H.M.Capello, JPoortvlietM.Janse, 1986.
Vogels van het Braakmangebieddeel 1 broedvogels.
1 2 8