DE BONTE KRAAI G. SPONSELEE
SLUITERS (1958) zegt over deze soort:
- De Bonte kraaien die hier worden waargenomen, komen
hoofdzakelijk uit de Scandinavische landen. Trekrichting
is grotendeels ZW. Vogels uit de Oosteuropese landen trek
ken meer westelijk. Zij bereiken gewoonlijk ons land niet
en kunnen alleen in het zuiden van België verwacht worden.
De eerste Bonte kraaien komen in de laatste dagen van
september. Hoofdtrek in oktober en november. Terugtrek van
einde februari, vooral in maart. Tot in mei kunnen vogels
worden waargenomen. Ook zomerwaarnemingen in ons land en
België. Dagtrekker. Slaapvluchten met vliegtoeren. Vaste
slaapplaatsen jaren achtereen. Slaapvluchten soms meer dan
2 5 km-
SPONSELEE en BUISE (z.j.) hebben weinig op te merken over
de Bonte kraai
- Wintergast in zeer wisselend aantal. Was rond 1968 slechts
in klein aantal waar te nemen. Is sedertdien weer toegeno
men tot vrij klein aantal (50 - 200 exSpEr is een
dubieuze mededeling dat rond 1953 te Koewacht een gemengd
paar Zwarte-Bontegebroed zou hebben.-
Dat er ook in onze contreien of aangrenzend gebied waarne
mingen mogelijk zijn al vroeg in september moge blijken
uit een korte mededeling van BEKAERT 1986
03-09-1986 1 exemplaar te Assenede
12-09-1986 idem.
Voor de waarnemer staat vast dat het hetzelfde exemplaar
betreft en wel een zuivere Bonte kraai. W. de Smit zag ook
het bedoelde exemplaar bij Assenede - op 21 september - en
hij merkte kleine zwarte vlekjes op op de grijze borst en
buik van het dier (BEKAERT, 1986). Dat wijst op een bast
aard tussen Zwarte - en Bonte kraai.
Het verschijnsel van bastaardering - boven al aangehaald
voor ons gebied - doet zich erg veel voor in gebieden waar
de twee vormen elkaar ontmoeten. Voor ons land is das
grosso modo het oostelijk Waddengebied (TEIXEIRA, 1979).
Uit voorgaande gegevens kunnen we afleiden dat er tussen
begin september en eind maart/half april alle kans is
Bonte kraaien in onze regionen aan te treffen. Dat kunnen
zowel zuivere exemplaren als bastaarden zijn. Opgemetekt
dient te worden dat deze laatste vruchtbaar zijn, dit in
tegenstelling tot nakomelingen uit andere soortkruisingen
Dat er vruchtbare nakomelingen geproduceerd worden is een
argument temeer om Zwarte en Bonte kraaien niet te beschou
wen als afzonderlijke soorten, maar als ondersoorten met
als wetenschappelijke namen Corvus corone corone respec-
10