3
De achteruitgang van de overlevingskansen in de overwinte-
ringsgebiedenvoornamelijk door langdurige droogte-
periodes heeft verder grote invloed gehad op de populaties
Maximum getelde aantallen oeverzwaluwen lopen dan ook sterk
terug. Daar deze soort zich in groepen verzamelt om in het
riet de nacht door te brengen vinden betrouwbare tellingen
op die lokaties plaats. In de jaren '70 leverde dat vaak
resultaten op van 1000-2000 ex. Nadien was er een dalende
trend tot enkele tientallen in de laatste jaren.
Landelijk gezien is de situatie al niet veel beter. Een
inventarisatie in 1985 vermeldt een achteruitgang van
65-70$ tov1979-181Zowel de aantallen getelde vogels
als de kolonie-grootte geeft hetzelfde beeld.
Dat de oeverzwaluw bij gebrek aan beter soms ook genoegen
neemt met andere grondsoorten dan zand om z'n nesthol te
graven, getuigt ook hier van. een aanpassing aan situaties.
Vestiging in zavelige gronden vindt vanaf 1963 steeds meer
plaats, terwijl ook wel kunstmatige steile wanden van andere
materie in industriële depots voor lief worden genomen
(bvpiriet
Lawaai en onrust nemen ze ook vaak op de koop toe
Prachtig voorbeeld is de vestiging van enkele paartjes in
de steile wand van het motorcross-terrein nabij Axel.
Resumerend komen we tot de conclusie dat de soort vinding
rijk genoeg is voor wat betreft biotoop-keuze. Alleen, zon
der de hulp van de mens komen ze er niet. Met een beetje
begrip en aandacht behouden we de oeverzwaluw voor onze
streek
Met dank aan Mare Buise en Wim Wisse voor het beschikbaar
stellen van de benodigde informatie
0
1
0
1
20O
1 90 -
iao -
170 -
160 -
1SO -
140 -
130 -
120
1 10
1O0
90 -
80 -
70 -
60
SO
40 -
30 -
20
10 -
O
i
I
lil
81