KRABBEN KOLK IN DE Enige tijd geleden deed ik weer een van de zovele prettige ervaringen in het centrum van Terneuzen. Deze keer was het in de Kolk. Op een warme avond vlogen Boerezwaluwen over het water. Karpers en Goudvissen sprongen op uit het water. Ik liep langs de Kolk en ik keek naast de stenen beschoeiing. Opeens zag ik iets bewegen. Ik keek eens goed, het was een Krab. Ik wist wel dat er Krabben in de Kolk zaten maar niet van zulke grote Mijn oer-oude jagers instinkt kwam toen weer eens naar boven, eenvoudiger: ik rende naar huis en pakte een groot schepnet. Ik ging snel terug, toen ik er aankwam zat de Krab er nog. Ik liet het net langzaam in het water zakken en toen liep de Krab heel snel achter een houten paal. Ik liep verder en zag er weer een lopen, deze keer deed ik het anders: ik gaf een grote haal, haalde het net op en keek. Ik had hem nu dus wel. Zo heb ik er zeven gevangen Bij vergelijkingen met Krabben in de Westerschelde valt ons dit op: -Zachter pantser; -Lange, behaarde poten; -Vlezige scharen; -Een sterk ontwikkeld reuk vermogen en gevoel voor stromingen in het water; -Snelle reactie; -Ze kunnen groter worden; «Iedere Krab heeft een aparte plek voor zichzelf; -Ze zitten op relatief zoet water! Probeer ze maar eens te vangen maar natuurlijk wel terug z e 11 en hè!!! Hugo Verbrugge jeugdlid. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 12