XCURSIEVERSLAG DE ZWARTE POLDER - 13 juni 1 987. Op deze druilerige zaterdagmorgen hadden wij hier in het Westelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen de grote eer een dele gatie excursiegangers uit het Oostelijk deel te ontvangen voor een excursie in de Verdronken Zwarte Polder bij Nieuwvliet. Dit allee nog ter ere van het 30-jarig bestaan vorig jaar van De Steltkluut waarbij o.a. een excursie- cadeaubon van 't Duumpje werd ontvangen. A .dus was de Zwarte Polder het uitverkoren excursiegebied en daarmee zou deze excursie meteen goed aansluiten op de lopende planten-determinatiecursus van De Steltkluut. De Zwarte Polder, ontstaan uit een oude zijarm van het Zwin, bestaat na enkele indijkingen en een dijkverzwaring nog uit een stukje regelmatig overspoeld schor, een stuk droger en door schapen beweid schorrengebied en een prachtig stuk duinstruweel Door de grote verscheidenheid in dit gebied is dan ook een zaer waardevolle plantenvegetatie ontstaan. Waarbij we spreken over zo'n 180 verschillende plantensoorten waaronder zelfs zeer zeldzame voor Nederlandse begrippen. Met totaal 16 personen gingen we dan ook benieuwd van start onder leiding van Lucien Boerjan en Eric Blaakman. Lucien nam daarbij het merendeel van de excursie voor z1n rekening daar hij ontzettend goed op de hoogte is van de planten in de Zwarte Polder. We startten op het lagere schor met o.a. SchorrekruidZeekraal, Lamsoor, Zoutmelde, Molkkruid en Zeepostelein. Verderop in de geul, min of meer op het strand, bekeken we het Engels slijkgras, een pionier onder de zout-minnende planten. Daartussen dartelden o.a. 4 Strandplevieren en een Zwarte Ruiter. Het iets hogere schor leverde o.a. Strandkweek, Zandzegge, Hertshoornweegbree en het Lepelblad spec., want of het nu Deens of Echt lepelblad of een bastaardvorm is, is ondui delijk. Het meeste wijst op Deens lepelblad. Via een prachtig pad namen we ook het duinstruweel onder handen (niet al te letterlijk hoor.waar we naast ver schillende Rozen en Doornen o.a. Hondstong, Robertskruid Fijne kervel, DuinruitGlad parelzaad, Heggerank en Winterpostelein tegenkwamen. Tussendoor probeerden we wat zangvogels te ontdekken wat aardig lukte 2 Nachtegalen, enkele Grasmussen en Braamsluipers en 1 Tuinfluiter werden gehoord, terwijl soorten als Houtduif, Ekster, Kneu, Groenling, Fitis en Heggemus veel algemener werden waargenomen. Ook werd nog 1 Roodborsttapuit ontdekt wat toch misschien wel een broedgeval van deze soort kan betekenen. 109

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 15