BOEKENNIEUWS NIEUWE SOVON ATLAS In november verschijnt bij SOVON de langverwachte Atlas van de Nederlandse vogels, het vervolg op de atlas van de Nederlandse Broedvogels. Zo'n 5000 vogelaars hebben gegevens voor de nieuwe Atlas aangeleverd; zij kunnen zich het resul taat, een gebonden boek van ruim 600 blz. zeer voordelig aanschaffen Het veldonderzoek van het Atlasprojekt voor Winter- en Trek vogels duurde vijf jaar, van oktober 1978 tot en met sept ember 1983- Maandelijks werden de 1767 atlasblokken geïn ventariseerd op vogels. Een uniek projekt: nog nergens ter wereld is zo'n grootschalig onderzoek opgezet en uitge voerd. De deelnemende vogelwerkgroepen en individuele vogelaars zorgden voor ca. 220.000 ingevulde waarnemings- kaarten met een totaal van maar liefst 5 miljoen waarnem ingen. Het CBS verzorgde deautomatisering van dit gigan tisch grote gegevensbestand. In totaal werden gedurende het onderzoek ^26 vogelsoorten en gemakkelijk te herkennen ondersoorten vastgesteld. Gerekend over de 60 onderzoeks- maanden betekent dit dat het basisbestand uit ca. 20.000 verspreidingskaarten bestaat. Ten behoeve van de Atlas van de Nederlandse Vogels is dit basisbestand bewerkt tot een set van maximaal 12 kaarten per soort, voor elke kalendermaand een verspreidingskaartHierbij zijn de gegevens uit de vijf afzonderlijke onderzoeksjaren samen gevoegd. Van de 197 soorten, die gedurende het gehele jaar kunnen worden waargenomen, zijn 12 kaarten afge beeld; de 55 soorten zomervogels en wintervogels kregen er 9- Schaarse, zeldzame en zeer zeldzame vogels moeten het doen met 3 kaarten, respektievelijk 1 kaartje en een tabel in plaats van een kaart. Bij soorten die in de Atlas minder dan 12 kaarten krijgen, wordt de gewonnen ruimte vaak benut voor speciale kaartjes met opmerkelijke verspreidingsbeelden uit afzonderlijke onderzoeksmaanden of voor diagrammen met gegevens over doortrek of aantals veranderingen. In de begeleidende tekst wordt uitleg ge geven bij de verspreidingskaartenVerder wordt aandacht besteed aan trekgedrag en ekologische eisen en wordt inge gaan op historische gegevens of bijzondere verschijnselen die in de loop van het projekt worden waargenomen. Boven dien wordt per vogelsoort een schatting gegeven van het aantal vogels dat tijdens het projekt in ons land voor kwam, waar mogelijk aangevuld met een vergelijking ten opzichte van het broedvogelsonderzoek en met aktuele ontwikkelingen. In een aantal inleidende hoofdstukken 137

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 27