POELRUITER TE REUZENHOEK P. MAAS Vrijdag 17 april was ik op rondrit door de polders rond Zaamslag. Er waren al enige tijd twee kraanvogels in deze contreien gesignaleerd en daar wilde ik toch het mijne van weten. Van Kraanvogels echter geen spoor. Op deze rondrit kwam ik ook bij de Reuzenhoekse kreek. Op deze tijd van het jaar altijd goed voor veel vogels. Het was een fantastisch mooie dag, windstil en voor de tijd van het jaar uitermate zonnig en warm. De Kievitten buitelden boven het grasland en ook de Tureluurs waren druk in de weer. Kortom het was weer eens ouderwets vogelen. Fanatiek noteerde ik alle vogels welke er aanwezig waren. Maar al snel viel mijn oog op 'n vrij kleine ruiterachtigedie niet ver van mij vandaan aan het fourageren was. Zonder te weten welke soort het precies kon zijn, zag ik toch meteen dat er met deze vogel iets aan de hand was. Dit moest een bijzondere soort zijn. Een vogelgids had ik natuurlijk niet bij me, want overtuigd dat ik was van mijn eigenvogel-kennis, neem je die natuurlijk nooit meer mee. Gelukkig kreeg ik uitvoerig de tijd om de vogel te bestuderen. De zon in de rug, afstand een kleine dertig meter. Ik probeerde alle details in me op te nemen, zodat ik thuis in de gids wel kon zien wat het was. Toch kwam na verloop van tijd de vraag bij me op: waarom is dit nu niet gewoon een Groenpootruiter Op deze vraag kreeg ik dezelfde middag antwoord. Ondertussen was ik even naar huis gegaan, de vogelgids bestudeerd, en met de nieuwe kennis, en de nog openstaande vragen, terug naar de ReuzenhoeksekreekDe vogel zat er nog. Na verloop van tijd kwamen een aantal Kemphaantjes, die daar die dag ook zaten, tot vlak bij de ruiter. Pas toen kreeg ik een goede indruk van de grootte van de vogel. Deze vogel was na genoeg even groot als de Kemphaantjes. Daaraan kon ik zien dat deze vogel heel duidelijk een flinke slag kleiner was dan de GroenpootruiterOm meer details te kunnen zien kroop ik nog dichterbij. Tot op twintig meter kon ik de vogel be naderen en uitstekend bestuderen. Na alle informatie gecon troleerd te hebben met de vogelgidsen, stond het voor mij vast: DIT KAN ALLEEN MAAR EEN POELRUITER ZIJN.' Om nog zekerder te zijn van mijn zaak, haalde ik de volgende dag er nog iemand bij. Een tweede, onafhankelijke mening, en wel die van Marcel Capello. Ik had hem niets verteld, alleen dat qr een interessante vogel zat en dat ik benieuwd was naar zijn mening. De vogel zat er nog steeds, op precies 130

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1987 | | pagina 20