V.O.W. - EEN LANDSCHAPPELIJK KNELPUNT Fu het er steeds meer op gaat lijken dat de verwoede pogingen van de provinciale bestuurderen om de oever verbindingsplannen te realiseren in Den Haag een ge willig oor vinden, is het als natuurbeschermingsver eniging zinvol de geuite bezwaren vanuit landschap pelijk en milieuoogpunt weer opnieuw naar voren te brengen. Zoals bekend hebben in 1987 twee particuliere maat schappij en-"betangroep" Exploitatiemij Westerschei de en de "staalgroep" Tolbrug Exploitatiemij-aan de provincie het voorstel gedaan een oeververbinding te bouwen onder of boven de Westerschelde Of de ingediende plannen en de daaraan gekoppelde begrotingen in de praktijk net zo succesvol zullen ogen als ze dat op het 'geduldige' papier van de bouwers doen, is onderzocht door een provinciale stuurgroep De stuurgroep heeft zich moeten buigen over de as pecten die aan zo'n oeververbinding kleven:as pecten op het gebied van ruimtelijke ordening,tech niek en algemene financiën. Dikke, gebundelde rapporten zijn hierover uitgebracht die duidelijk maken dat er toch nog flink wat 'hobbels' genomen moeten worden voor men naar de spade grijpt. Anders gezegd: er zijn aanknopingspunten aanwezig om met de verantwoorde lijken over de realisering verder te praten, dus dienen belanghebbenden de vinger aan de pols te houden. Dver de plaats waar men zo'n verbinding wil inplanten, lijkt niet veel verschil te bestaan: het tracé ten oosten van Terneuzen richting Ellewoutsdijk schijnt de meeste ogen te gooien al blijft het andere tracé Terneuzen-west Ellewoutsdijk eveneens nog in de picture' Voordat een dergelijk grootschalig plan ten uitvoer gebracht kan worden dient men van overheidswege een Milieu Effecten Rapportage te maken. Zo'n MER dient de milieugevolgen landschappe1ijke-planologische aspecten van grootschalige, ingrijpende projekten zichtbaar te maken. Op basis van de MER dienen af wegingen gemaakt te worden, afwegingen waarbij het landschap niet stiefmoederlijk behandeld mag worden Althans; zo is ooit de doelstelling geformuleerd. Omdat niet alleen smaken verschillen maar ook het landschappelijk denken zullen we de ideeën uit de koker van de provinciale plannenmakers met meer dan gewone aandacht moeten volgen. 1 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 18