Ve zien dat er nogal wat verschillende oorzaken zijn voor het ver
dwijnen van waardevolle bomen. Soms staan ze gewoon in de weg voor
de uitbreiding van de schuur, het rechttrekken van een weg, een
stukje extra land; kortom voor van alles en nog wat.
Soms zijn het ziekten waaraan de bomen ten gronde gaan, waarover de
volgende keer meer.
Vaak is ook onwetendheid in het spel, men beseft eenvoudigweg niet
dat een bepaalde boom erg waardevol kan zijn. Soms is er ook
sprake van laksheid. Dit zagen we duidelijk bij de laatste drie
monumentale Hollandse iepen (kloon Belgica), die Terneuzen nog
rijk was. Al begin 1986 werd iepziekte in een van deze drie bomen
aangetroffen, daar werd direkt melding van gemaakt bij de eigenaar
de gemeente Terneuzen. Pas anderhalf jaar na de eerste tip werd de
boom geveld. Al die tijd was het besmettingsgevaar voor de andere
twee bomen erg groot. De bomen stonden jil. erg dicht bij elkaar
en hadden waarschijnlijk wortelkontaktEind 1987 begon het er dan
ook naar uit te zien dat de tweede boom besmet was. Het direkt
weghalen van de zieke boom had de besmettingskans veel kleiner
gehouden.
Om een aantal redenen is het belangrijk om vooral de gemeenten
kritisch te volgen wat betreft hun beleid ten aanzien het kappen
van waardevolle bomen. Vaar een partikulier die een tuintje of een
niet al te groot erf bezit, waarin een kanjer van een boom staat,
is er soms wel enig begrip op te brengen als hij door de boom in
de problemen komt en deze dan omzaagt. Zij hebben minder
mogelijkheden dan gemeenten om een boom op afdoende wijze te be
schermen. Soms is het echter wel degelijk terecht, dat een kap-
vergunning niet wordt verleend. Maar het is nogal hypokriet als
een gemeente, die een partikulier een kapvergunning weigert, zelf
nogal slordig omgaat met het eigen bomenbestand.
Om bovengenoemde redenen zouden de gemeenten juist een voorbeeld-
funktie moeten hebben.
Dat gemeenten zelf nogal eens een boomvijandig beleid voeren,
blijkt bijvoorbeeld uit het verdwijnen van de fraaie boomgroep
op het Java in Terneuzen.
De 4 bomen, namelijk 1 Acacia, 1 Hollandse linde, 1 Plataan en
1 Honingboom hadden niet alleen een hoge visuele waarde maar
waren ook dendrologisch boomkundig) zeer waardevol. De Honing
boom was nl. de grootste uit de wijde omgeving. Omtrek stam 200
cm, hoogte 19 meter. En niet op de laatste plaats hadden deze
bomen een grote historische waarde. Rond de bomen was vroeger
een pleintje, dat het hart was van de volksbuurt het Java.
Heel wat heeft er zich dan ook afgespeeld op de bankjes onder de
bomen en vele mensen hebben daaraan herinneringen. Er was grote
verontwaardiging onder deze mensen toen de bomen geveld werden.
Had men de bomen over het hoofd gezien op de tekentafels of heeft
men botweg geen oog voor dit soort waarden?
Dat het ook anders kan laat de gemeente Hulst zien in St. Jansteen
waar een hele woonwijk aangepast is aan een monumentale Beuk, die
nu het middelpunt vormt van een pleintje: Rond de boom.
22