ontstaan geschikte levensom
standigheden voor een mak-
si maal aantal soorten planten
en dieren. Door de natuurlijke
omstandigheden, overgangen van
zoet naar zout en droog naar
nat kan de soortenrijkdom aan
de Westgeul, bij het juiste
beheer, bijzonder groot worden.
In figuur 2 zijn de delen van
het terrein weergegeven waar
maaien in de nazomer een bij
zonder soortenrijke vegetatie
opgeleverd heeft. Op andere
plaatsen is een dergelijk
beheer niet zinvol. Op deze
plaatsen zou een op rietvogels
gericht beheer uitgevoerd
moeten worden.
Rietland is een tussenstadium
van de verlandingsreeks van
open water naar moerasbos. Op
de meeste plaatsen kan riet
zich alleen handhaven door
tussenkomst van de mens. Als
het regelmatig gemaaid wordt,
kan de suksessie van de vege
tatie tot staan gebracht wor
den. Riet is voor vogels het
hele jaar van belang. Elk jaar
maaien levert wel een goede
kwaliteit riet op, maar is voor
vogels zeer nadelig. Grote
Karekiet, Rietzanger en
Rietgors broeden (vrijwel)
alleen in overjarig riet. De
laatste twee geven er zelfs de
voorkeur aan als dit enigszins
'verruigd' is. Blauwborst en
Snor broeden alleen in riet als
hierin ook struiken en kruid-
achtigen te vinden zijn. De
enige soort die ook wel in
eenjarig riet broedt is de
Kleine Karekiet. De dichtheden
hierin liggen daarentegen veel
lager.
getatie (gearceerd) waar
het huidige beheer, jaar
lijks maaien in de nazomer
gehandhaafd kan worden.
29