Waarop baseren zich eigenlijk de tegenstanders in
hun afwijzingen van de plannen?
Ten eerste wordt vaak gesproken over de verkeers-
prognoses die door de plannenmakers te rooskleurig
worden voorgesteld. Het verwijt van 'wishful thin
king' dus. Zo baseert men zich in de plannen op een
vervoersaanbod van 9000 motorvoertuigen/etmaal in
1992 let wel: dit is een globaal gemiddeld cijfer
op basis van de verkeersprognoses van een westelijk
en oostelijk tracé). Gmdat cijfers nu eenmaal illu
stratief en verhelderend kunnen werken geven we even
de cijfers over 1986 van de veerdiensten. Het vei
keer via de veren beliep in 1986 7500 mvt/etm.
Er zal dus een flinke toename moeten plaatsvinden in
de verkeersintensiteit wil men het doel bereiken.
Bij de verklaring van deze gewenste toename laten de
stuurgroepleden zich leiden door een tweetal
begrippen: groeiprognose en een latente vraag. De
latente vraag is verkeer dat uitgeweken is naar
andere routes en andere tijden en dat wel gebruik
zal maken van de WOV. Deze latente vraag is
becijferd op niet minder dan zo'n 20% van het
huidige verkeersaanbod van de veren.
De groeiprognoses belopen zo'n 10 procent.
Bovendien wordt er veel gepraat over de afstand
Rotterdam-Gent die via de WOV korter is rond de 20
kilometer). Omdat ook naar ons bescheiden inzicht
"tijd geld zal blijven" in de toekomst dient de
vraag gesteld te warden of deze route in verband met
de tolheffing en allerlei belemmeringen zoals vei
keerslichten wel sneller zal zijn.
De leden van de stuurgroep geven wel ruiterlijk toe
dat het betonnen of stalen kunstwerk alleen niet zal
kunnen zorgen voor de verkeerstoename maar dat daar
voor een Noord-Zuid route door de Delta nodig is,
een route met een zogenaamde hoogwaardige allure die
potentieel moet kunnen zorgen voor economische en
toeristische impulsen.
De Noord-Zuid-gedachte die vigeert in bestuurlijke
kringen geeft duidelijk aan dat men mikt op een in
ternationale verbindingsroute. Bovendien geeft de
technische uitvoering van de brug/tunnel oeverver
binding - vier rijstroken - aan dat men rekening
houdt met het feit dat het regionale karakter plaats
moet maken voor een boven—regionale aanpak en aldus
de mogelijkheid van internationale autosnelweg wordt
opengehouden.
19