F. van Tooren R. Bobbink gaan in op het beheer van droge
kalkrijke graslanden.
Behalve beheersmaatregelen als niets doen, branden, begrazing,
beplanting en maaien warden ook externe invloeden besproken.
Een vergelijking wordt gemaakt met de Zeeuwse bloemdijken.
H.P.M. Hilligers bespreekt de biotoopreconstructie door middel
van extensieve beweiding door schapen in kuddeverband; tevens een
vergelijking tussen de Zuid-Limburgse kalkgraslanden en de Zeeuwse
bloemdijken.
De titel dekt de lading van het artikel; praktijkervaringen met
schaapskudden als natuurlijke beheerders en hun invloed op de
vegetatie worden besproken.
Tenslotte komen A.M.M. van Haperen en T. Kramer aan het woord met
enkele konkluderende opmerkingen.
Enkele opvallende konklusies warden getrokken:
Marjoleinvegetaties komen veel meer voor in Zeeland dan in het
Rivierengebied. Afgezien van enkele kleinere lokaties zijn deze
bijzondere vegetaties in Nederland beperkt tot de Zeeuwse eilanden
en Zuid-Limburg.
Dit geeft de bijzondere betekenis aan van dijken waar deze vege
taties gevonden kunnen worden in ondermeer Oostelijk Zeeuws-
Vlaanderen, waarmee bij het beheer rekening moet warden gehouden.
Hetzelfde geldt voor Doornzaaddijken en Valstrodijken, waar be
dreigde soorten als Vlaamse peterselie, Zeeuws doornzaad, Slanke
mantelanjer en diverse klavers te vinden zijn.
Eutrofiëring, verruiging en schaal van het beheer hebben hun
invloed op de soortenrijkdom aan planten op de dijken.
Aanbevelingen worden gedaan om een zo soortenrijk mogelijke
vegetatie te ontwikkelen en te behouden.
Twee zaken warden als zeer belangrijk naar voren geschoven:
-nader onderzoek naar alle typen dijkvegetaties in Zeeland en
hun onderlinge verhouding.
-de wenselijkheid van een goed begrazings- en maaibeheer voor de
Valstro- en Doornzaaddijken.
Benadrukt wordt tenslotte het negatief effekt dat het branden van
dijken heeft.
Vooral insekten, maar ook reptielen en zoogdieren hebben hiervan
te lijden.
Niet alleen wordt een zeer eenvormige vegetatiestruktuur gekreëerd,
maar door het branden sterven ook veel dieren (imago's, larven,
eieren), waarbij herbevolking van gebrande dijken jaren kan duren.
Als eindkonklusie wordt vastgesteld dat het branden als reguliere
beheersmaatregel niet gebruikt kan warden.
Het rapport kan worden aangevraagd bij de Zeeuwse Milieufederatie,
Postbus 334, 4460 AS Goes, 01100-28259.
7 7