tertaling (t.ot 9), Sperwer, Waterhoen (tot 20), Wa
tersnip (10-tal), en nu en dan strijken er zelfs
enke1e tot 20Ko1ganzen neer.
B o v e n staa n d e i .11 u s t reert da t d e n atu u r w e t e n schap p e -
lijke waarde van dit kreekrestant een nieuw plei
dooi tot behoud rechtvaardigtBovendien begint het
onderhavige biotoop, nat. grasland (wetland), in na
tionaal verband erg zeldzaam te worden. In Cultuur
historisch verband mag aan de kreek evenveel waarde
worden gehecht als bijvoorbeeld aan de Keldermans
poort ofschoon menigeen die minder op de hoogte is
van de streekhistorie dit wellicht wat ver vindt
gaan
Enige vorm van natuurbeheermaar vooral vèèl goede
wil, kan de potentie van het gebied meer uitbuiten.
Men kan hierbij denken aan handhaven van een hoger
winterpeil en lager zomerpeil (dat dit werkt, bleek
ondermeer in het najaar van 1985), een rij knotbo-
men op de geluidswal, hier en daar een Sleedoorn of
Meidoorn te sparende drie oude wilgen handhaven
en eventueel aanleg van een geriefbosje in het ui
terste westen met soorten als Es, Els en Eik.
Voor groenvoorzieningsbedrijven is dit uiteraard
een weinig aantrekkelijke zaak. De kans een karak
teristiek Zeeuws-Vlaams landschapselement in ere te
herstellen, in het behoud en de komst van een aan
tal "wetlandsoorten" voorzien mag minstens even
zwaar wegen. Er is en wordt in ons gewest al zoveel
onherstelbaar vernield, vaak geheel nodeloos!
M.A.Buise, Zandstraat 34, 4561 SE Hulst. 01140 13887
Li. ter a tuur
Buise,M.A. 1979. Het. Oud Galgewater. Steltkluut 9:
181-192.
Mennema,J.1979. De Moerasandijvie, Senecio
congestus (R.Br.) DC. Over het voorkomen in
zuidelijk Zeeland. Steltkluut 9: 72-79.
84