Ve passeerden het bekende restaurant de Syphon, genoemd naar het punt waar de Brugse Vaart onder het Dubbelkanaal geleid wordt. Terloops werd verteld dat het ene kanaal de Stinker en het andere de Blinker wordt genoemd. Waarom dat was gauw duidelijk. Ook hier dus milieu-vervuiling. Half tien kwamen we in Damme aan. Ve kregen een half uurtje gele genheid om de benen te strekken en maakten daar dan dankbaar ge bruik van. Hoe kort een verblijf in Damme ook duurt, wat voor reden men mag hebben om er te komen, je ontkomt niet aan de sfeer van dit bizon- dere oude stadje. Charles de Coster situeerde er zijn Tijl Uylenspiegel en de midden stand maakte daar dankbaar gebruik van bij de naamgeving van de horeca-bedrijven. Op gastronomisch gebied is Damme dan ook een trekpleister van de eerste orde. We stonden met verwondering te kijken naar het prachtige stadhuis uit 1464-1468 met op het plein ervoor een standbeeld van Jacob van Maerlant, De O.L. Vrouwekerk daterend van 1230 is ten dele een ruïne. Prachtig was te zien hoe hier in de loop der eeuwen met verschillende bouwtechnieken en steenformaten is gewerkt. Een inventarisatie van muurplanten zou ook hier hoogst interessant zijn. Op dat moment zullen weinigen er bij- stil gestaan hebben dat hier in 1468 Filips de Goede trouwde met Margaretha van York. Ook niet dat Willem van Oranje de kerk in 1578 liet afbranden. (Slechte beurt van die Willem). Vel viel ieders oog op de prachtige leilinden in de voorhof. Ook op de graven er omheen, waarvan er één het opschrift "verkocht" droeg. Dat laatste gaf aanleiding tot enkele typerende spekulaties en vindingrijke opmerkingen. Ve houden het maar op "s-Lands Wijs, s-Lands Eer". Het begin van de tocht werd ingeleid door onze gids Eckhard Kuyken, direkteur van het Vlaams Instituut voor Natuurbeheer en zijn assi stent Patrick Meire, verbonden aan de Universiteit van Gent. Een uiteenzetting over de ontstaansgeschiedenis van de ganzenbe- 89

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 25