scheming in deze polders was hem op het lijf geschreven. Enkele hoogtepunten uit zijn informatie: 1952 inpoldering Braakman. Verplaatsing van ganzen-pleisterplaatsen naar Damme. 1960 Jachtverbod op 475 ha in VestVlaamse polders door bemiddeling van Graaf Leon Lippens. 1968 Uitbreiding jachtverbod tot 3000 ha. Tellingen belopen 10.000 stuks. 1970 Boeren komen in het geweer vanwege vermeende schade met als resultaat dat het beschermd gebied wordt uitgebreid tot 6250 ha. Tellingen in 1979 belopen 20.000 stuks. Er gingen stemmen op om de begrazingsdruk te spreiden. Schattingen vaar heel Vlaanderen nu 100 - 150.000 stuks! Opnieuw aktie boeren. Resultaat: totaal jachtverbod op ganzen vanaf 1981-82. Met zonder trots wist onze gids deze gegevens aan de Nederlandse deelnemers te presenteren. Wat dit betreft is het in ons land inderdaad nog droevig gesteld met de gastvrijheid voor de ganzen. Onderweg was er natuurlijk nog heel wat vogelleven te zien. Een vlucht Koperwieken, Grote bonte specht en een prachtige Buizerd (modale vorm). De ganzen lieten echter verstek gaan en men begon reeds te vrezen dat de ganzenexkursie zou mislukken. Als er nog ganzen zaten, dan moest dat in de polders bij de Haan zijn. Dus werd daarheen koers gezet. Het bleek inderdaad een schot in de roos, want weldra konden we genieten van een spektakulair schouw spel, nleen konsentratie van 3 4000 stuks. Teleskopen werden door de exkursie-leiding opgesteld en uitleg gegeven omtrent determinatie van Kolgans en Kleine rietgans. Een unieke gelegenheid om de vogels pas goed te leren onderschei den. Ook een Grauwe gans was van de partij. Opvallend was het vrijwel boomloze landschap en de aanwezigheid van zeer grote stukken laaggelegen grasland. Nog zo gek niet, dat de ganzen juist dit gebied hebben uitgekozen. Over de rust die ze er vinden had ik het reeds (jachtverbod). Verder ging de rit. We mochten nog een 20-tal Brandganzen opmer ken en ook een Blauwe kiekendief. Daarna werd het tijd voor de middagpauze, die we ook weer doorbrachten in het onvolprezen Damme, waar de kastelijn potten bier tapte waar Uylenspiegel kopje onder in zou gaan. Wie gedacht had, ik heb het nu wel gehad, kwam bedrogen uit. Er werd een verse exkursieleider naar voren geschoven en wel dhr. Guida Obrie, voorzitter van de afd. Brugge van de Wielewaal. De mikrofoon van de bus, die het eerst niet zo goed deed, werd met enkele typische WestVlaamse krachttermen tot de orde geroepen, waarna een programma werd afgedraaid, dat de meest duffe deelnemer klaarwakker zou maken. We reden richting Zeebrugge, waar de havenuitbreidingen plaats vinden. In de polders die door dit projekt worden opgeslokt, vinden vogels nu een ideaal biotoop. 90

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 27