Bijvoorbeeld het draineren van diepe holtes in de stam een gaatje boren waardoor het water weg kan lopen) gaat dwars door deze zones. Bovendien is ook gebleken, dat veel boomschinmels onder water door zuurstofgebrek slechter kunen groeien, zodat het negatieve effekt van deze drainage alleen naar versterkt wordt. Ook bij de oppervlakkige wonden die steeds V-vornig naar beneden toe uitgesneden worden, ook alweer om het water makkelijk weg te laten lopen, gaat men steeds door de barrière-zones. Bovendien blijkt dat het zo uitsnijden van de wond de callusvorming (callus wondweefsel) moeilijk op gang komt en de wond moeilijk overgroeit. Zo kun je wel nagaan wat er gebeurt bij het steeds maar weer op- a. Dode tak die op de juiste manier gesnoeid is. b. Dode tak die op de verkeerde manier gesnoeid is, waardoor een nieuwe wond is ontstaan Bron: Shigo, 1976). nieuw uitfresen van een wond tot in het gezonde hout, dus tot in de barrière-zone. Aan de basis van iedere tak zit een in aanleg aanwezige afgrende lingszone. Als een tak gaat afsterven, bijvoorbeeld een van de onderste takken door lichtgebrek, dan wordt de zone aangemaakt en voordat de tak afvalt is de barrière klaar. Voorheen werden takken steeds helemaal glad tegen de stam afge snoeid. Be afgrendelingszone ligt in de takkraag, de natuurlijke verdikking aan de takbasis en dus net buiten de stam. Door zo glad mogelijk tegen de stam te snoeien wordt deze natuur lijke verdedigingszone in zijn geheel verwijderd! 1 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 20