HIEUW VOOR OOSTELIJK ZEEUWS-VLAANDEREN door Eddy Taelman Heidi Taelman, die in de vierde klas van de Hulster Moerschansschool zit, had van haar juffrouw les ge had over het leven in sloot en plas. Naar aanleiding daarvan trok ze op 3 april 1988 met haar vader naar de Waterleidingbossen bij Clinge, om eens te kijken wat er zoal leeft in de sloten en plassen van dat gebied. Het schepnetje bracht de Geelgerande Watertor naar boven en ook de Schaatsenrijder was present. Het meest verrassende evenwel was dat ze zeven salamanders vingen. Zes ervan bleken Kleine Watersa lamander (Triturus .vulgaris) te zijn en die werden direkt weer vrijgelaten, maar eentje was helemaal anders dan de andere en ja ze kwam er uiter aard mee naar Ome Eddy. Die kon niet anders concluderen dan dat het om een mannetje van de Alpenwatersalamander (Triturus alpes tris) ging. Edy Bogaert werd erbij gehaald en samen gingen we ermee naar George Sponselee. Ook Eldy en George spraken zich direkt uit voor de Alpenwatei salamander. Toevalligerwijze kwam Jan Lievens het gezelschap ook nog vergroten en die werd helemaal enthousiast Er werden wat dia's gemaakt en afdrukken daarvan zijn doorgestuurd naar de heer B. Krebs van de Her- petologische Studiegroep Zeeland. Ook hij bevestigde de determinatie (mondelinge mededeling aan George Sponselee). Overigens is deze salamander nog dezelf de middag door mij en Edy Bogaert uitgezet op precies dezelfde plaats als waar ze gevangen was: in één van de infiltratiekanalen. Dit muisje kreeg nog een staartje, want de vind plaats werd doorgegeven aan de hiervoor genoemde studiegroep en die had op 23 april j.l. een excursie in Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen in het vooruitzicht. het (verkorteverslag van deze excursie vind Je na dit artikel en daarin kun je lezen dat de determinatie en de ongewilde vangst worden bevestigd 1 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 27