De studiegroep vond ook de Heikikker (Rana arvalis) nog, zodat er meteen twee nieuwe soorten oostelijk Zeeuws-Vlaanderen genoteerd konden worden. Kaar nog is het verhaal niet ten einde! Op 5 juni 1988 fietste Edy Bogaert over de Water straat tussen Hulst en Clinge. Vaar Waterstraat en oude spoorlijn elkaar ontmoeten - iets ten noorden van het waterwingebied- zag hij op de spoorlijn iets wegflitsen dat een hagedis kon zijn. Daags daarop ging ik op onderzoek uit en ik trof drie exemplaren van een hagedissoort aan: een schijn baar volwassen dier en twee juvenielen. Het volwassen dier en één van de jongen had een af gebroken staart, waar inmiddels bij beide weer een dikke centimeter was aangegroeid. Tom Stringa, lid van de Herpetologische Studiegroep Zeeland, was zo bereidwillig om vanuit Terneuzen te komen om de dieren te determineren: Kleine of Levendbarende Hagedis (Lacerta vivipari), een volwassen vrouwtje en twee juveniele dieren. Edy Bogaert heeft enkele foto's gemaakt en daarna zijn de dieren op de vangplaats weer losgelaten. Toen we daarmee doende waren, verscheen er nog een vierde.exemplaar ten tonele. Daarmee is de Levendbarende Hagedis voor het Water- wingbied (opnieuw) aangetoond. Vroege vondsten en waarnemingen zijn weliswaar gedetermineerd als Zandhagedis (Lacerts agilis) (Buise en Sponselee 1978) maar daar werd door des kundigen al sterk aan getwijfeld. De Levendbarende Hagedis is nu met zekerheid aangetoond, de Zandhagedis zullen we maar vergeten voor Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen zolang er geen dui delijk bewijsmateriaal is. Eddy Taelman Keldermansstraat 37, 4561 XN Hulst. L iteratuur ANONYMUS, 1979. Beschermde planten en dieren. Staatsuitgeverijs Gravenhage BUISE M.A. G.M.P. SPONSELEE, 1978 Zoogdieren, Reptielen en Amfibieën van O.Z. Vlaanderen De Steltkiuut, Hulst 1 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 28