Vervolgens bezochten we het zuidelijk kanaal. Daar werden naast Bruine Kikkers larven gevangen van Ge wone Padden (Bufo Bufo) Verder werd een nog verse eiklomp van de Heikikker (Rana arvalis) gevonden (det. B. Vetsteijn aan de hand van uitgekomen dikkopj es) Dit is een nieuwe soort voor Zeeuws—Vlaanderen. In de moerasjes ten zuiden van dit kanaal zagen we geen amfibieën. Tot slot hebben we het mooi begroeide en heldere noorderkanaal bekeken. Daar vingen we opnieuw Bruine Kikker subadulten. Op een plaats in een ondiep stuk westelijk van een dammetje, vingen we 5 mannetjes, 6 vrouwtjes en drie subadulten of kleine vrouwtjes van de Kleine Watersalamander (Triturus vulgaris) Rond 13 uur naar WMZ-Clinge. Daar meteen al in het noordelijke kanaal Alpenwatersalamander (Triturus alpestris) gevangen: 2 mannetjes en 2 vrouwtjes. Dit is de eerste officiële vondst van deze salaman der in Zeeland! Daarnaast werden er 2 juvenielen (één met kieuwen), 8 mannetjes en 3 vrouwtjes van de Kleine Watersala mander, 3 Bruine Kikkers '1 vrouwtje, 2 subadulten) een subadult en larven van de Gewone Pad en snoeren van (vermoedelijk) de Rugstreeppad (Bufo calamita) gevonden -Uit determinatie van de uitgekomen dikkopjes bleek dat het inderdaad Rugstreeppadden waren- Een wandeling door het gebied leverde verder niets op van de herpetefauna hoewel hier ook wel geschikte hagedissen-biotopen te vinden zijn. Even na 15.00 uur zijn we naar de drie poelen aan de Waterstraat gegaan. Twee van deze poelen zijn van recente datum, één is van oudere datum. Deze laatste is sterk aan het verlanden en moet nodig worden geschoond In de twee gegraven poelen werden samen 3 mannetjes en 4 vrouwtjes van de Kleine Watersalamander, een Bruine Kikker en paddellarven gevangen. In de middel ste poel zaten opvallend veel Kroeskarpers. Tot slot bezochten we het Moerasbos onder aan de Liniedijk in Hulst. In een peoltje daar werd een vrouwtje Kamsalamander (T. cristatus) en een mannetje Kleine Watersalamander gevangen. Dat poeltje moet trouwens nodig worden opgeknapt: uitdiepen op sommige plaatsen zit het vol met haksei) en gedeltelijke verwijdering van de struiken eromheen, zodat er meer zonlicht in kan vallen. Met het tweede poeltje is het trouwens helemaal treurig gesteld: daarin is vuil gestort.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 30