STELTKLUUT (HIMANTOPUS HIMANTOPUS) NA 15 JAAR VEER SUKSESVOL BROED- VOGEL IN ZEEUVS-VLAANDEREN Dat de Steltkluut (Himantopus himantopus)symbool van onze vereni ging, slechts onregelmatig ons gewest bezoekt zal de meeste van de lezers wel bekend zijn. Toch bevolkt deze sierlijke vogel nagenoeg de ganse wereldbol. Onze ondersoort (H. h. himantopus) komt slechts in een sterk verbrokkeld areaal voor in Afrika, Zuid-Europa en oost elijk tot Mongolië. Voor onze streken zijn vooral de populaties rond de Middellandse Zee (Spanje, Frankrijk, Italië, Griekenland en Turkije) van belang. Het zijn met name vogels uit deze streken die hier (en in de rest van Nederland) af en toe verschijnen en soms tot broeden komen. Voor dit voorkomen ver ten noorden van hun gewone verspreidings gebied kunnen twee verklaringen gegeven worden. Vanneer hun traditionele broedplaatsen (open, natte slikkige ter reinen in moerasgebieden) in het voorjaar sterk uitgedroogd zijn zoekt de soort het soms noordelijker en dit kan soms tot een echte invasie leiden. Ten tweede is er het verschijnsel van "overshoot ing". Dit is wanneer vogels te ver doorvliegen bij hun terugkeer uit de winterkwartieren ten zuiden van de Sahara. Het laatste decennium worden er zeer weinig Steltkluten gezien in Zeeuws-Vlaanderen en/of Nederland. Broeden behoort werkelijk tot de grote uitzonderingen (Buise Tombeur 1988, Sovon 1987, Teixeira 1979). In de literatuur vond ik slechts Flevopolders (1981) en Flakkee (1983) (Sovon 1987) en recent in 1986 in Groningen (Vogel jaar 34 285). Volledigheid heb ik bij dit overzicht zeker niet nagestreefd. Voor Zeeuws-Vlaanderen zijn we beter geïnformeerd. Het laatste broedgeval stelde ik vast te Zwartenhoek in 1973 (Tombeur 1975), terwijl er nog een broedpoging was in 1974 nabij Axel. Tussen 1976 en 1985 werden er nog slechts 11 waarnemingen verricht (Buise en Tombeur 1988). Hoe prettig is het dan ook na vijftien jaar weer een eerste sukses- vol broedgeval in Zeeuws-Vlaanderen te mogen rapporteren. In het kort zal ik hier het broedverloop schetsen en terzelfdertijd wat opmerkingen maken inzake verenkleed en gedrag. De eerste vogel werd ontdekt op 22 mei 1988 rond 07.30 op een fa brieksterrein in Sas van Gent (linkeroever). De vogel fourageerde er op een stukje open water omgeven door modderveldjes, riet en lisdodde. Het terrein heeft veel weg van een stukje kreek. De kop is vrijwel wit maar hier en daar meen ik wat grijs te zien. Ik noteer "mannetje", maar de hemel is te grijs om echt iets met zekerheid te kunnen zeggen. De vogel is niet rustig en gaat snel en veel op de vleugels. Regelmatig wordt er geroepen. 's Anderendaags op 23 mei om 05.45 is de vogel er nog steeds op hetzelfde plekje, maar nu zijn er twee! Veer is het licht te grijs 149

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 21