EIDEREEND: 2 zomerwaarnemingen: 22-6 4 m 3 w Braakmanhaven (MC) en 17-7 4 m 2 w op dezelfde plaats (MC AW AdC)Gedurende de gehele winter was de Eidereend in de Braakraanhaven aanwezig. Nog net in Oost Zeeuws-Vlaanderen, n.l. het Paulinaschor, zaten omstreeks 1984 za'n 70 ex. in de zomer (MC). BRILDUIKER: Sinds begin de jaren tachtig elk jaar een overzome- ringsgeval, zo ook in 1987: 17-7 1 m eclipskleed Braakmanhaven en 1 m eclipskleed Braakman Noord (waarschijnlijk dezelfde vogel) (MC AV AdC). Eerste winterwaarneming: 28-10 3 w Braakman Noord (JP HC) en op 29-10 zagen ze die weer. Daarna regelmatig op de grote kreken. NONNETJE: Deze soort zien we eigenlijk alleen maar in strenge win ters, daarom slechts 1 najaarswaarneming, wel een vroege: 29-10 1 w Kanaal Terneuzen-Gent (HC)Daarna slechts 1 maal gezien: 13-2 1 w Braakman Noord (HC) MIDDELSTE ZAAGBEK: 1 zomerwaarneming: 28-7 1 ex. Spuikom Terneuzen (MC). Eerste najaarswaarneming: 11-10 7 w Vesterschelde (JP), tweede: 23-10 1 w Hellegat (MC). GROTE ZAAGBEK: De eerste waarneming van een onbekend aantal (ca. 5) werd gedaan aan het Groot Eiland op 29-11 (R. Remmerts)de tweede op 30-11 2 m 1 w Otheense kreek (MC). BLAUWE KIEKENDIEF: De eerste waarneming betreft een vroege, want doortrek vindt eigenlijk pas plaats vanaf begin oktober: 12-8 1 w Braakman (HC). De tweede waarneming is een normale: 22-10 1 ex. nabij Clinge (MBi), verder 2 waarnemingen op 25-10, n.l. 1 w Braak man (HC) en 1 w Canisvliet (JvdS). Daarna langs alle kreken aanwezig tot diep in april. SPERWER: De eerste waarneming van 1 ex. werd op 1-9 gedaan in de V.M.Z. bassen van St. Jansteen (BG)de tweede op 2-9: 1 ex. Hulst (TY). De soort trekt pas in grotere aantallen door vanaf begin oktober en verdwijnt pas weer van maart tot ver in mei. BUIZERD: Veel zomerwaarnemingen, dit duidt op een toenemende belang stelling van de Buizerd voor onze bossen als broedgebied: 1 ex. op 8-7 in de Dekkerspolder (MC H. Verlinde), max. 2 ex. mei, juni, juli Bietenweg Clinge (TY)1 van de twee betrof steeds hetzelfde ex, dat te herkennen was aan veel ontbrekende handpennen. Ook overzomerde er 1 ex. in de Braakman (HC) De eerste doortrekkers werden gezien in augustus: 18-8 en 25-8 1 ex. Bietenweg Clinge (TY) (dit zouden dezelfde vogels als 's zomers kunnen zijn) en 30-8 3 ex. Braakman Noord (JP) 155

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 27