BEZOEK AAN HET SCHOOLMUSEUM TE GEUT door V. de Kook Om tijdens de wintermaanden eens iets anders te or ganiseren dan een natuurwandeling of een dia-avond, had het bestuur het oog laten vallen op het school museum Michel Thiery te Gent. Het bleek een schot in de roos te zijn. Op de aankondiging in de Steltkluut van oktober j.l. kwamen veel reacties, hetgeen resulteerde in een deelname van 25 personen. Een leuk aantal, gezien de geleide rondwandeling door dit museum. Zaterdag 7 november was een sombere herfstdag, dus ook het weer werkte mee om de trip een extra impuls te geven. De organisatie qua vervoer liep perfect, zodat we vanuit Terneuzen via Axel in colonne richting Gent vertrokken. We werden er opgevangen door een charmante Monique van Vlemmeren, verbonden aan de Educatieve Dienst van het schoolmuseum. Zij was het die ons rond zou leiden langs de schitterende collecties die hier zijn ondergebracht. In haar welkomstwoord vertelde ze het een een ander over het ontstaan van het museum en ze bleek erg blij te zijn voor het eerst een groep vanuit Terneu zen te magen ontvangen. Om enkele punten aan te halen waar zij de nadruk op legde: -deze geleide excursie was een rechtstreeks gevolg van de contacten met George Sponselee, die e.e.a. bij het bestuur van de Steltkluut introduceerde, -het Schoolmuseum is een ietwat verwarring stichten de naam. Mensen denken daarbij soms aan een museum waar men oude schoolbanken en andere attributen heeft bijeengebracht. Voor alle duidelijkheid: het is een Natuurhisto risch museum. -Het museum is gesticht door Michel Thiery <1877- 1950), een Gentenaar die zijn hele leven heeft be steed aan het attenderen van de mensen op de schoon heid van de natuur. -Nadat in 1924 aan het Berouw in Gent een Planten tuin was ingericht, werd daar in 1929 het School museum opgericht. In 1965 is het museum onderge bracht in een vleugel van de prachtige Sint-Pieters abdij aan het gelijknamige plein en het is sinds dien uitgegroeid tot een in verre omstreken bekende inste11ing 139

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 11