soort afwisselen. Overwegingen hierbij zijn: Spreiding risico ziektes. De vitaliteit van de bomen in het algemeen gaat in Nederland, vooral door luchtverontreiniging, achteruit. Er zijn verschillende voorbeelden van ziektes die voorheen niet of nauwelijks voorkwamen, noch bekend waren (essensterfte, verwelkingsziekte enz.en die plotseling epidemisch zijn gaan optreden. Er bestaan weliswaar een aantal soorten die momenteel redelijk ziektevrij zijn (b,v. Linde), doch de kans dat een nu weinig of niet voorkomende ziekte plotseling toeslaat is aanwezig. Dit geldt ook voor insekten-aantastingen, die landelijk gezien geen bedreiging voor een soort hoeven te zijn, maar die'plaatselijk in een beplanting enorm veel schade kunnen aanrichten. Als je slechts één soort op de Vallen aanplant en iets dergelijks doet zich voor, dan zijn de gevolgen niet te overzien. a Een goed overwogen afwisseling van boomsoorten verhoogt de ecologische waarde. -> Over de visuele waarde van een gevarieerde beplanting tegenover een éénssoortige beplanting wordt verschillend gedacht. Vij vinden een groepsgewijze gevarieerde beplanting mooier. -> Vanneer uitgegaan wordt van de inplant van verschillende soorten kunnen bestaande waardevolle bomen in het plan worden ingepast. Dit voorkomt tevens een totale kaalslag m de komende jaren, waardoor de Vallen kaal en nogal onaantrekkelijk zouden worden. Hoofdhoutsoorten De bomen die op de Vallen ingeplant zouden kunnen warden hebben we beoordeeld op o.a. de volgende kriteria: -monumentaal karakter -ziektegevoeligheid -windresistentie -duurzaamheid -onderhoudsniveau 12 soorten werden hiervoor geselekteerd als zijnde bruikbaar: Grauwe abeel Paardekastanje Moseik Plataan Esdoorn Grootbladige linde Hollandse linde Hongaarse eik Zomereik Noordse esdoorn Zilverlinde Amerikaanse eik Bomen langs het water Behalve de hoofdhoutsoorten die op de Vallen zelf aangeplant worden hebben we ook gekeken naar een mogelijke aanplant van bomen langs het water. Deze zijn in twee kategoriën in te delen: 1. Knotbomen 2. Opgaande bomen 1. Knotbomen Deze zijn al op verschillende plaatsen langs de waterkant aangeplant. Er is voldoende ruimte om het knotbomenbestand wat uit breiden. Daarbij kan gedacht worden aan verschillende soorten, zoals de algemene Knotwilg, maar ook aan soorten die in knotvorm bijna niet imeer) voorkomen in onze streek, zoals de Knot els en de Knot es. 2. Opgaande bomen Deze kunnen langs het water zowel aan de kant van de wallen als aan de overzijde daarvan worden aangeplant. De funktie van deze bomen kan zijn dat ze de bomen die op de wallen staan uit de wind houden. Hier zouden dus vooral snelle groeiers met een slanke habitus en een geringe windgevoeligheid geschikt zijn. Aan de duurzaamheid van deze soorten kunnen minder hoge eisen gesteld worden. 1 80

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1988 | | pagina 20