BEHEER Landbouw/kunstmestvervuiling/waterpeil/knalpotten Half maart was men al overal rond de kreek aan het bemesten met kunstmest. Op 7 en 11 april lagen alle sloten die in de kreek afwateren vol met een dikke bri.jOp 16 april was het zo erg, dat de hele kreek vol lag met grote vlokken kunstmest, waarbij een walgelijk vieze geur over heel het gebied verspreid werd. Op de bodem van het ondiepe weidestrand lag een 3 cm. dikke laag! Fouragerende vogels werden erdoor besmeurd. Deze toestand duurde tot begin mei. Het waterpeil werd half april opgevoerd van NAP -50 tot NAP -20 (dam gedicht). Alle op het weidestrand droog liggende plaatsen modder/be1angrijk als rust- en fourageerplaats)alsmede de in elkaar gezakte rietkraag (oud riet van verleden jaar) even boven het water en zeer belangrijk voor de broedvogels, overspoelden. Veel broedvogels machten het vergeten. Begin oktober werd de dam gestreken (NAP -40) Vanaf half juli tot eind augustus stond vlak bij de kreek (weidestrand) een knalpot te knallen wegens wildschade (vraat eenden). Van rust en vogels was geen sprake meer. Anderzijds verblijven sinds mei 1988 tot nu twee tamme Grauwe ganzen aan het kreekje ten oosten van de Visserijverkortingsweg. Deze vogels hebben daar deze zomer behoorlijk wat zichtbare schade aangericht aan het graan. Niemand reageerde. Ze gedragen zich daarenboven zeer dominant en verjagen wilde soorten zoals Fuut en Meerkoet. Bosschages/snoeiing/brandplaatsen/wandelpad/maaien De snoeiing van de bosschages aan de westkant van de kreek in september werd gelukkig niet zo drastisch uitgevoerd als in 1987 aan de noordkant. Het snoeihout werd, samen met ander snoeihout van elders, verbrand binnen het reservaat. Dergelijke brandplaatsen in een natuurreservaat bieden een triest beeld en zouden zo snel mogelijk moeten worden opgeruimd. De brandplaats aan de noordkant heeft maandenlang liggen smeulen en wandelpad en afrastering werden bij deze werkzaamheden stukgereden. De afrastering van het wandelpad aan de noordkant werd niet hersteld met het gevolg dat recreanten opnieuw langs de kreek lopen met alle nare en verstorende gevolgen vandien (rommel, hond laten zwemmen, sluikvissen enz.). Op 5 maart waaide een boom om en lag dwars over het wandelpad. Pas op'22 augustus werd deze weggehaald. Vat betreft het maaien in het recreatief gedeelte verwijs ik naar de inleiding van dit rapport. In de sinds 1968 regelmatig verschenen rapporten heb ik terzake steeds gevraagd niet te maaien tijdens de broedperiode en niet te ver tussen wandelpad en kreek (kantwal/belangrijke broedplaats). 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 12