nogal eens te nutte gemaakt door ze om te vormen tot watergangen. Soms ging men zelfs zover, dat op delen van de oevers beschoeiing aangebracht werd (Graauwse kreek)Het sprekendste voorbeeld wat ontwatering teweeg kan brengen is de Polsvliet. Ondanks dat er na een ruilverkaveling een relatief groot oppervlak aan grasland overbleef, zijn er veel vogel- en plantensoorten verdwenen. Het waterpeil dient in de kreken op een voor planten en dieren optimaal niveau gehouden te worden. Dit hoeft bij kreken met voldoende grote bufferzones (grasland) geen probleem te zijn.Is het waterkwantiteitsbeheer een probleem, met het waterkwaliteitsbeheer is het niet beter. In bijna alle kreken treedt tengevolge van het uitspoelen van meststoffen, het storten van (landbouw)afval en het lozen van huishoudelijk afvalwater geregeld een sterke algenbloei op. Voorbeelden van kreken die ten gronde dreigen te gaan het lozen van huishoudelijk afvalwater zijn het Canisvliet en de Nol. Een slechte waterkwaliteit heeft een negatief effekt op de onderwaterflora en fauna, de oevervegetatie en de nabij de kreken levende dieren zoals de Otter. Voor laatstgenoemde is de waterkwaliteit zelfs van cruciaal belang. Indien men van de terugkeer van dit dier serieus werk wil maken, dan zal de waterkwaliteit aanzienlijk moeten verbeteren. Ook zou men dan langs kreken en watergangen op plaatsen waar begroeiing ontbreekt deze moeten stimuleren in plaats van te verwijderen. Het starten van chemisch en huishoudelijk afval, wat in het verleden nogal eens plaats vond, heeft ongetwijfeld ook een negatieve invloed op de waterkwaliteit. Het afgraven en afvoeren van dergelijk afval is pure noodzaak. Door jagers en vissers treedt er vaak verstoring van vogels op en wordt de vegetatie vertrapt. De jacht nabij kreken dient teruggedrongen te worden en alleen plaats te vinden vanuit beheersoogpunthieronder valt niet het jagen op watervogels zoals de Vatersnip en de Wintertaling. Dat vissen niet persé met verstoring hoeft samen te gaan kan men zien bij het Canisvliet. Hier wordt gevist vanaf speciaal aangelegde steigers. Op de rest van de oever is vissen niet toegestaan. Het is zinvol in overleg met vissers dergelijke zoneringsafspraken ook voor andere kreken te maken. Een andere bron van verstoring die in de toekomst mogelijk zal optreden is kanoën. Tot heden is kanoën op veel plaatsen verboden. Het handhaven van dit verbod is gewenst. Dit geldt ook voor afwateringskanalen en dergelijke, omdat deze dezelfde funktie voor dieren hebben als wegen voor het verkeer. Negatieve aktiviteiten die vooral in Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen plaats vinden zijn het beplanten van oevers met Canadapopulieren (Axelse kreek, Konijnenputten) en het jaarlijks maaien van riet ten behoeve van de rietwinning (a.m. de Nol, Westgeul, Zwartenhaek, Axelse kreek, Voorste kreek)Het is gewenst na het kappen van Canadapopulieren in rietvelden of op oevers deze niet opnieuw in te planten, daar een dergelijke begroeiing een sterke negatieve invloed heeft op het oorspronkelijke milieu. Het maaien 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 26