JAARRAPPORT CANISVLIET i9ss DOOR J. VAN DEN STEEN INLEIDING Dit verslag sluit aan bij alle sinds 1968 verschenen rapporten over het staatsnatuurreservaat Canisvliet (SBB) te Sas van Gent, waarin informatie wordt verstrekt over de gebeurtenissen in 1988. Een eerste pertinente opmerking is dat de verschraling en drastische achteruitgang van fauna en flora van dit natuurgebied, reeds begonnen en gemeld in rapport 1987, zich ook in 1988 hebben gemanifesteerd. Ik bezocht en inventariseerde het gebied het afgelopen jaar 104 maal en meer dan 40 maal schreef ik in mijn logboek "weinig of geen vogels"! De oorzaken hiervan zijn reeds veel jaren bekend en gesignaleerd. Door veel betrokken instanties en personen werd ter zake, bij herhaling, reeds veel besproken en beloofd (bufferzone/sanering/ aangepast natuurbeheer), maar er gebeurde tot op heden niets, wel integendeel Zo namen o.m. kunstmestvervuiling en jacht, zelfs tijdens de broedtijd, nog toe. Luchtverontreiniging, onnatuurlijk waterpeil ten behoeve van de landbouw en verstoringen allerhande bleven een nefaste rol spelen. Daarenboven werd het afgelopen jaar overduidelijk dat men gewild of ongewild het gebied beheert als een wandel/groengebied en niet als een natuurreservaat. Sinds de aanplantingen, begin van de jaren 1970, werd er tussen de bosschages gemaaid. Het vroegste tijdstip dat dit gebeurde was tot verleden jaar 10 juni. In 1988 maaide men op 18 mei, in volle broedtijd. Voor zover ik heb kunnen nagaan werden nesten van Slobeend, het zeldzaam geworden BlauwborstjeRietgors, Winterkoning en Bosrietzanger uitgemaaid! In juni werd het wandelpad zelfs bespaten, wat voordien nooit was gebeurd! Grenzend aan de kreek lagen begin mei op een nog niet bebouwde akker (2 ha.9 kluten-, 2 scholekster-, 1 kleine plevier- en enkele kievitsnesten (door de Wet beschermd!), alle met 4 eieren. Vijf dagen voor het uitkamen van de eieren werden de nesten zonder meer omgeploegd (inzaaien van bonen) Uit deze enkele en andere verder in het rapport vermelde schrijnende gebeurtenissen blijkt overduidelijk dat door ontbreken van een bufferzone tussen natuur- en landbouwgebied alsmede het gemis aan een daadwerkelijk natuurvriendelijk beheer dit eens zo waardevol en prachtig natuurreservaat langzaam maar zeker aftakelt en fataal zijn. Ook op veel plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen en zelfs in heel Nederland en België is dit het geval, waarbij Canisvliet opnieuw als voorbeeld kan warden gesteld, maar ditmaal in negatieve zin. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 11