KREKENSYMPOSIUM TERNEUZEN 2 JUNI 1989
DOOR H. MOSTERDIJK
Op vrijdag 2 juni 1989 wordt een krekensymposium georganiseerd in
het Churchill Hotel te Terneuzen.
Het programma is nog niet precies bekend, het zal van 10.00 tot
ca. 13.00 uur duren. De sprekers zijn Dhr. Haarlem (waterschap
Hoard- en Zuid-Beveland), Dhr. Blauw (Provinciale Waterstaat
Zeeland) en Dhr. Kuyken (Universiteit van Gent). De laatste
spreker wordt bij verhindering vervangen door Dhr. van Haperen
(Natuur-, Milieu- en Faunabeheer).
Op deze dag zal bij bestuurders, waterkwaliteits- en terrein
beheerders het beheer en behoud van de kreken onder de aandacht
gebracht worden.
De laatste jaren wordt steeds meer ingezien, dat het van groot
belang is het oppervlaktewater chemisch en biologisch gezond te
houden. Het bepalen van de kwaliteit van het oppervlaktewater kan
door fysisch-chemisch en (hydro)biologisch onderzoek.
Deze kwaliteisbewaking is dringend gewenst en zal meer gestalte
moeten krijgen, want het water speelt een centrale rol in ons
leven. Denk maar aan drinkwater- en industriewatervoorziening,
irrigatie van landbouwgronden, (sport)visserij(watersport)-
rekreatie
Dit zijn echter allemaal direkt op de mens gerichte belangen. In
een watermilieu mogen de menselijke aktiviteiten de natuurwaarde
niet aantasten, want een "gezond" watermilieu biedt ook plaats aan
veel waterplanten en -dieren en deze mogelijkheid moeten we open
houden.
Ook is het oppervlaktewater van belang als afvoer en verwerking
van gezuiverd rioolwater en afstromend water van landbouwgronden.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van de van nature aanwezige
biologische afbraakprocessen in het oppervlaktewater. Helaas komt
het voor, dat er zoveel afval in het water geloosd wordt, dat het
niet meer afgebroken kan warden. Het water is dan zwaar
verontreinigd en gaat stinken. In dit soort wateren treedt ook
vaak algenbloei (waterbloei) op, waardoor het water troebel en
meestal groen van kleur wordt (erwtensoep)
Door chemisch onderzoek kan aangetoond worden, dat het
oppervlaktewater van een slechte kwaliteit is (teveel nitraat,
teveel fosfaat, te weinig zuurstof, aanwezigheid van zware metalen
en micro-verontreinigingen)
Een slechte waterkwaliteit kan ook (hydro)biologisch aangetoond
worden door onderzoek naar watervogels, andere waterdieren
45