(waterinsekten, bloedzuigers, wormen, kreeftachtigen en slakken) en waterplanten (kruiden, maar ook algen of plankton). In een biologisch gezond (water)milieu is er een grote verschei denheid aan soorten planten en dieren. Deze soortenrijkdom is een goede graadmeter voor de biologische waterkwaliteit, maar er wordt daarnaast ook gelet op bepaalde soorten (indikatoren) die een goede waterkwaliteit aangeven. Het hele stelsel van Zeeuws-Vlaamse kreken kan gezien worden als een natte ekologische infrastruktuurHiermee wordt bedoeld een net van verbindingen en verbindingswegen (sloten - watergangen - kreken) waarlangs de soorten planten en dieren zich kunnen verspreiden. Dit is heel essentieel, want de watermilieus moeten met elkaar in verbinding blijven staan. Op zo'n manier kan zogenaamde ekologische schade opgeheven worden. Dan bestaat de mogelijkheid, dat de geheel of gedeeltelijk verdwenen of afgestorven soorten weer vervangen of aangevuld worden. Het zal duidelijk zijn, dat indien wateren gedempt of ernstig verstoord (vervuild) worden, er dan schakels in het verbindingsnet gaan ontbreken of minder gaan funktioneren. Hierdoor kunnen andere wateren geisoleerd raken, waardoor de natuurwaarden hiervan op den duur achteruitgaan, omdat er geen kontakt meer is met andere watermilieus. Henk Mosterdijk, Tulpstraat 1, 4537 SM Terneuzen 46

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 16