Naargelang we Saeftinghe beter begonnen te kennen, voelden we de noodzaak om bepaalde plaatsen beter te bepalen daar de hydrografische kaarten maar enkele plaatsaanduidingen vermelden. De gegeven namen zijn deels ontleend van de schaapsherders of de vissers die Paling kwamen vangen of Bot steken met hun "elleger" oftewel zijn het namen die we zelf bedacht hebben. Hier volgen enkele plaatsbenamingen met hun etymologische verklaring; BLAUWE PLAAT; ten westen van de Noord gelegen, was in de zomer een blauw veld van bloeiende Lamsoor. In het voorjaar trok Gustje Segers er steeds met zijn schapen naartoe voor het jonge groen. De Lamsoor is praktisch uit de schorre verdwenen, op enkele plantjes na. BOGAARD: gelegen voor de heuvel en plaatsnaam gebruikt door Omer van Stevendael, daar er volgens zijn zeggen tijdens de oorlogsjaren gepoogd werd om enkele fruitbomen aan te planten. EILANDJE: ten oosten van het Klein hondegat. Een plaats omgeven met vrij grote geulen, zodat men de indruk kreeg op een eilandje te staan. Op het eilandje broedden de Kokmeeuwen zeer dicht bij elkaar, men kon er nauwelijks zijn voet plaatsen tussen de nesten. HEUVEL; benaming gegeven door de schaapsherders, daar waar de eerste schaapskooi staat. HONDEGAT: deze naam hoorden we het eerst van een jager en visser Flor de Lee - in 1988 overleden op 86-jarige leeftijd. Deze man verdiende zijn brood met de jacht en de visvangst op de Schelde. Het Hondegat was door hem gekend voor de jacht op de Zeehond. Indien er op Saeftinghe Zeehonden gezien werden, was het bijna steeds in het Hondegat. Na 1950 verdwenen de Zeehonden uit de schorre. Het Hondegat was reeds van oudsher gekend onder de jagers. Dr. A. Quinet schreef in zijn boek "Les Oiseaux du Bas-Escaut - Leur chasse en bateaux" uitgegeven in 1897, over de veelvuldige aanwezigheid van Vilde eenden op "l'ïle de Saeftinghe (nu de Noord) et 1'Hondegat". De hydrografische kaarten vermelden het Hondegat onder de benaming van Saeftingher Ee of Saeftingher gat. IJSKELDER: Amedee Scheirs liet voor het eerst aan ons die naam 7 3

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 11