dichtheid 6,2 en die voor de Huiszwaluw 8,8 paar per 100 ha. Voor beide soorten geldt dat in Oost-Zeeuws-Vlaanderen na 1974 het aantal tot in de eerste helft van de jaren tachtig sterk afnam. De afname verliep bij de Huiszwaluw schoksgewijs. Na slechte jaren zoals 1974 en 1983 trad geen herstel neer op (Castelijns et.al. 1986, Buise Tambeur 1988). Ditzelfde effect werd landelijk vastgesteld in 1979 en 1983 (SOVON 1987). Voor wat betreft de Boerenzwaluw gold dit in het Braakmangebied in ieder geval ook voor 1983 (Castelijns et.al. 1986). Het recent ingezette herstel is hoopvol, maar zal ongetwijfeld niet leiden tot met het begin van de jaren zeventig vergelijkbare aantallen. Immers de afname wordt behalve door slechte weersomstandigheden tijdens het broedseizoen, de trek en in de overwinteringsgebieden, mede veroorzaakt door onomkeerbare factoren zoals veranderende omstandigheden in de landbouw (minder insecten door een betere hygiëne en gebruik van bestrijdingsmiddelen) en de voortdurende droogte in de overwinteringsgebieden (SOVON 1987). Het onderzoek kon tot stand komen door de medewerking van de bewoners van het gebied die ons toestonden de op hun erf aanwezige gebouwen te doorzoeken; hiervoor onze dank. Ook de komende jaren hopen we op hun medewerking te mogen rekenen. Literatuur -Bakker J. de (1986). Drastische afname van de Huiszwaluw, Delichon urbica in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Steltkluut 16 75-80. -Buise M.A. F.L.L. Tombeur (1988). Vogels tussen Zwin en Saeftinghe, de avifauna van Zeeuws-Vlaanderen. Stichting Natuur- en Recreatie Informatie, Middelburg. -Castelijns H.M. Capello, J. Poortvliet M. Janse (1986). Vogels van het Braakmangebied, deel 1 Broedvogels. Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut, Terneuzen. -SOVON (1987). ATlas van de Nederlandse Vogels. Sovon, Arnhem. -Vestrienen R. van (1986). De stand van de Huiszwaluw in West- Zeeuws-Vlaanderen in 1986. 't Duumpje 12 9-11. Henk Castelijns, Kasteelstraat 25, 4553 BA Philippine Jaap Poortvliet, Noorddijk 9, 4542 NA Hoek 80

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 18