RAPPORT DAGVLINDERS DOOR WIM WISSE
Bovenstaand rapport, samengesteld door Joop de Bakker als koör-
dinator van het dagvlinderonderzoek is dit voorjaar verschenen
en inmiddels in beperkte mate nog voorhanden.
Het is het verslag van het dagvlinderprojektdat opgezet is door
leden van de Insektenwerkgroep van De Steltkluut.
In 1986, 1987 en 1988 werden door middel van veld- en
archiefwerk, gegevens verzameld. Nog nooit werd het gebied zo
intensief en volledig onderzocht en door dit onderzoek is nu meer
bekend over het voorkomen en de verspreiding van de dagvlinders.
Samen met de benodigde kennis uit negen jaar Landelijk
dagvlinderonderzoek over de ekologie en het gedrag van de
verschillende soorten en over de eisen die zij aan hun omgeving
en beheer stellen is het thans zaak om in het vlinderjaar 1989
over te gaan op een vlindervriendelijk groenbeheer.
In totaal zijn er in onze regio 35 soorten dagvlinders bekend,
waarvan er in de periode 1986-88 28 werden waargenomen.
De voor- of achteruitgang van standvlinders wordt afgeleid uit de
vergelijking van het aantal uurblokken (Oost Z.V1.: 32) gedurende
dit onderzoek en de gegevens vaar zover bekend t/m 1983.
Om verschillen-in onderzoek en intensiteit te elimineren, is een
zgn. mutatie-index (M. I.) berekend, waarbij het getal 100
aangeeft, dat een soort gelijk is gebleven, bij >100 is een soort
vooruitgegaan en bij <100 is er sprake van achteruitgang.
De algemene tot uiterst algemene soorten kunnen praktisch overal
worden waargenomen in wegbermen, tuinen, langs dijken en
spoorwegen, in kleine landschapselementen, etc.
De zeldzame alsmede de minder en vrij algemene zijn door de band
genomen meer gebonden aan bepaalde gebieden en/of biotopen.
Vlinders hebben in de regio vooral te lijden doordat bepaalde
biotopen steeds zeldzamer worden en doordat het beheer van voor
vlinders belangrijke gebieden nog wel eens te wensen over laat.
Per soort is de verspreiding aangegeven per uurblok t/m 1980,
1981 t/m 1983 en 1986 t/m 1988.
Een korte beschrijving geeft specifieke informatie per soort over
o.m. voedselplanten, biotoop en voorkomen.
Het rapport geeft een goed overzicht, wat
er tot nu toe bekend is over de dagvlinders
in Oost-ZeeuwsVlaanderen.
Met dit rapport in de hand kan een vervolg
onderzoek in de toekomst duidelijk maken,
hoe populaties zich verder ontwikkelen.
84