MEDEWERKING GEVRAAGD >Er moet ruimte zijn voor spontane vestiging van bos- en struweelplanten. >het is gewenst dat er op korte afstand een variatie in de structuur van de vegetatie bestaat, b.v. ruigten, struiken, struwelen en bomen. Een interessante mogelijkheid om een dergelijke afwisseling tot ontwikkeling te laten komen is het op extensieve wijze laten begrazen van dijken. Voor belangstellenden is het volledige verslag op te vragen bij de Bomenwerkgroep Zeeuws-Vlaanderen, p/a: Lucien Calle, Zuidlandstraat 73, Terneuzeh, 01150 - 20894. HOOGST AMFRIJITBOKEH In vroegere jaren werd veel fruit gekweekt aan hoogstamfruitbomen. In de loop van met name de zestiger jaren zijn vrijwel al deze bomen vervangen door laagstam, spil of struik, met name bij het telen van appelen en peren. In natuurlijk en milieu-opzicht waren dit echter bijzonder waardevolle bomen. Er broedden veel vogels in en zij vormden specifieke levensgemeenschappen. In deze boomgaarden kwamen bijv. altijd veel insekten voor. Bovendien waren dergelijke boomgaarden een fraaie aankleding van ons vlakke, open Zeeuwse land. Tegenwoordig wordt er druk aan gewerkt, o.a. via provinciale subsidie-regelingen, deze hoogstamfruitbomen weer aan te planten. Het gaat dan niet om professionele fruitteelt, maar om aankleding van boerenerven, partikuliere tuinen enz. Om dit werk te kunnen ondersteunen, is veel informatie nodig. Welke rassen, met name van appel, peer, pruim en kers kwamen er in Zeeland voor. Welke eigenschappen hadden deze rassen en een bijzonder interessant punt is: hoe heten deze rassen; vaak waren immers diverse plaatselijke rassen in gebruik. Daarom een oproep aan iedereen, die hier meer over weet, hierover kontakt op te nemen met ondergetekende. Een voorbeeld: wat was (of is) het Tarwe-appeltje? En zo zijn er nog vele namen in omloop. Jan Flagge Alvarezlaan 27 4536 BA Terneuzen telefoon 01150-18021 93

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 31