109 We kennen daar iedereen, behalve dien Belg, die dat huisken van Loontsjen Pierai gekocht heeft als zomer- huisken. Om zeker te zijn er heel zijn leven werk aan te hebben, schilderde hij het de eerste week al van onder tot boven wit. Als je dan bedenkt dat Loontsjen vroeger, als ze d'r kalleseinen verfde en er kwam een druppel verf op de stenen, de benen van onder haar gat liep om het af te vegen, dan zijn de tijden wel veranderd. Loontsjen wist wel beter: "Ik heb al werk genoeg!" zei ze altijd en gelijk had ze. V Het is mooi om te fietsen daar, 't is er altijd anders is het den tijd van het jaar niet, dan het weer wel. Bij Joos Ai is die graten perenboom, die er al sinds mensenheugenis staat, weg. "Veel te veel blad in het najaar", zegt Joos, "dat was geen doen meer! Heel de stoep vol en somtijds lagen er wel tien of meer in huis Voor mijn vrouw was dat niet vol te houden. Vroeger veegde je die even op met de handveger, maar nou met die stofzuigers Evengoed spijtig, het was een mooi zicht vanaf bovenop de dijk, zeker zo eind april, begin mei, als hij over- stevol in bloei stond. "Wat zal ik nog achter die ouderwetse stoofperen lopen George, voor een rijksdaalder heb Je bij de Prijsslag een kluts die je niet dragen kunt. We komen daar toch iedere week en ik moet ze niet trekken, niet uitleggen op de zolder, van tijd tot tijd de rotte eruit zoeken, ik had daar een hele hoop werk mee, geloof je dat? Het is een hele verbetering zo" "Zo is t Joos. Wat zou hij nu doen met de tijd die over is? Een kwis op de televisie volgen, denk ik, of een probleem waar toch geen oplossing voor is. Achter Joos zijn hofken ligt de wei van Tendenwater. "Hé, dat essenkantje tussen de wei en de volgende blok land is weg!" Bouke Grootjans fotografeerde dat een jaar of zowat geleden nog voor het boekje Kleine Landschaps elementen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 15