112 "Ja, hij kon niet ver genoeg kijken, vond hij, In Keulen zit ik ook hele dagen opgesloten, zegt hij, hier wil ik de ruimte om me heen!" Als Naad de Bakker, die hier voordien woonde, dat zou weten, draaide hij zich om in zijn kist. Heel zijn leven heeft hij voor zijn pruimkes geschermd of er op de hele wereld geen betere waren. Het waterschap wou ze uittrekken, dan konden ze de sloot gemakkelijker kuisen "Het zal niet gebeuren", zei Naad altijd, nooit maar dan ook nooit niet! Ik weet, daar zijn lekkerdere prui men maar voor mij zijn ze goed genoeg en daar hangen er toch veel te veel aan, het stikt hier altijd van de vogels en daar heb ik mijn aardigheid in! Van mijn pruimen blijven jullie af!" Hij heeft het gewonnen van het waterschap, hé! Later gaven ze hem gelijk: "Het leven is meer dan alleen maar sloten, Naad", zeiden ze, maar nou woont dien' duitser hier koud een paar maanden en wat het waterschap in geen jaren voor elkaar kreeg lapt hij hem op enen achtermiddag. Jammer, oneindig jammer, maar daar is niks meer tegen te doen. We zeiden het toch al: het is iedere keer anders. Hulst, zo eind april 1988 George Sponselee

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 18