EEN JAAR VOGELS
TUSSEN ZWIN EN SAEFTINGHE
Het gaat goed met de avifauna van Zeeuwsch-Vlaanderen. Met het boek er over wel
te verstaan. Eigenlijk waren we er van overtuigd dat dit het geval zou zijn. De kritieken
zijn lovend. Daarnaast is er uiteraard ook kommentaar. Zo zijn er nogal wat mensen die
de bladspiegel ietwat extravagant vinden. Die hebben gelijk, dat is ook de bedoeling.
De lay-out werd zeer vakkundig verzorgd door grafisch vormgever Kristiaan Daled uit
Oostburg.
De soortbeschrijvingen zijn kernachtig, die willen sommige lezers wel wat uitgebrei
der. Zou kunnen, maar dan wordt het boek minder overzichtelijk.
Een paar kleurige en sprekende vogelfoto's zijn nooit weg is een eveneens gehoorde
opmerking. Niettemin is er uitdrukkelijk gekozen voor de zeer sprekende pentekenin
gen en foto's van landschappen en typische biotopen. De rode draad in het boek is de
wisselwerking tussen omgeving en de vogelstand.
De jonge en wellicht daardoor zeer boeiende wordingsgeschiedenis van Zeeuwsch-
Vlaanderen heeft duidelijke gevolgen voor het landschap en de flora en de fauna. Dit
land tussen Zwin en Saeftinghe kent een grote verscheidenheid aan biotopen die bo
vendien vrij exclusief zijn. Polders en dijken, maar vooral de kreken en kreekrestanten,
de Westerschelde, het afwijkende klimaat, de ligging aan een der drukste trekroutes
maken Zeeuwsch-Vlaanderen zo bijzonder voor vogels. In het prachtige boek Vogels
van Zwin tot Saeftinghe wordt uitvoerig op al deze aspecten en de onderlinge samen
hang ervan ingegaan. Tegen die achtergrond worden op systematische wijze alle we
tenswaardigheden behandeld van iedere in onze regio voorkomende of waargeno
men vogelsoort. Ziet u in uw tuin een Kneu dan kan u meteen deze waarneming in een
breder kader plaatsen.
Bijzonder tot de verbeelding spreekt het kaarten materiaal dat met grote precisie spe
ciaal voor deze publicatie werd getekend door Mare Buise. Diegenen welke in de gele
genheid waren om te tentoonstelling in het Terneuzense VW-kantoor (Terneuzens
Museum) te bezoeken vorige zomer, konden de wording van deze kaarten van dichtbij
bestuderen. In de tekst zijn tientallen van deze kaarten opgenomen: verspreidings
kaartjes, maar ook met gegevens over de trekroutes van vogels, de wordingsgeschie
denis van het polderland de bodemstructuuur van Zeeuwsch-Vlaanderen en zo meer.
Zonder meer verslavend worden de vijf grote uitklapkaarten met bij voorbeeld een
waarop alle polders (niet minder dan 324) zijn aangegeven, of de kaart van alle kreken
en waterreservoirs (208!). Of zoekt u liever naar de oude toponiemen waarmee onze
streek zo rijk is bedeeld. Weet u waar 't Paviljoen is en Steenbosch? Nou dat is in de
buurt van het Catharinahof en Watervliet, een paar boogscheuten van Luntershoek! In
ieder geval boeiende aardrijkskunde welke we niet op school kunnen leren. Weet u
trouwens dat ook de Westerschelde rijk is aan de mooie plaatsnamen? Op de grote
Westerscheldkaart staan er niet minder dan 124. Zoekt u een kaart waarop systema
tisch alle dijken, in totaal 224, zijn aangeven of wilt u een gedetailleerd overzicht van
het Zeeuws-Vlaamse graslandareaal? Dat kan. Dat staat allemaal in Vogels van Zwin
tot Saeftinghe.
129