JACHT IN DE SERPAULUSPOLDER door Titus Ysebaert De Serpauluspolder iigt net ten zuiden van de Vogei. Het deel van de polder waarover het hier gaat is ruwweg gelegen tussen de Margretsedijk, de Meerdijk, de Polderweg en de Zuidweg en een klein aansluitend deel buiten deze begrenzing. Ook een deel van de Stoppeldijkpolder valt in dit jachtgebied maar wordt buiten beschouwing gelaten door gebrek aan gegevens. Vroeger werd dit deel slechts enkele malen per seizoen bejaagd of soms in het geheel niet. Nu heeft een plaatselijke boer het jachtrecht. En dat is een echte liefhebber! Er wordt nu het gehele jaar door gejaagd. Buiten het jachtseizoen zijn de slachtoffers houtduiven, eksters, zwarte kraaien, konijnen en ratten. Ik durf niet te beweren dat er dagelijks wordt gejaagd omdat ik uiteraard niet elke dag in de Serpauluspolder kom. In het jachtseizoen is het zo, dat elke keer dat ik er kom, er gejaagd wordt. En ik kom er minstens een keer per week. Buiten het jachtseizoen is het uiteraard minder maar wel zoveel dat er een behoorlijke verstoring optreedt van broedvogels. In tegenstelling tot vroeger jaren is er ook in de winter vrijwel niets meer te zien. Het ge bied is letterlijk leeggeschoten. Eksters zijn in het geheel niet meer aanwezig. De wa terhoentjes die zich normaal in de hele watergang ophouden zitten nu allemaal in het deel dat buiten het jachtgebied valt. Vroeger zag je ook altijd enkele blauwe reigers langs de watergang. Nu zie jer er nooit meer een. Houtduiven zijn hier een zeldzame soort geworden. Hazen zijn zeer zeldzaam en dat niet door die 'nieuwe' ziekte. Als wei delijk jagen betekent 'een lege weide' dan is het doel hier wel bereikt. In het jachtsei zoen wordt de jager meestal vergezeld door gastjagers (lukratief vermoed ik). Om nog een beeld te geven van het enthousiaste jachtgedrag, hier enkele voorbeel den: - In een tuin werd een eksternest (met jongen!) doorschoten. Dit zonder toestemming van de eigenaar, die dan ook woedend was. - Als er in de polder zelf niets meer te schieten valt dan komt de watergang aan de beurt. Gebukt wordt er dan langs de waterkant geslopen. Er wordt dan gejagd op ratten. - Bij werkzaamheden op het land wordt het geweer meegenomen op de tractor. De jacht is hier m.i. volledig uit de hand gelopen. Het is schandelijk en absoluut niet goed te praten. Het komt neer op het volledig leegschieten van een gebied. En dan nog te bedenken hoeveel lood er in zo'n relatief klein gebied terecht komt. Maar zolang er niet op beschermde soorten geschoten wordt of op argeloze voorbij gangers zal er wel niets aan gedaan kunnen worden. Maar daarom vind ik het belang rijk dergelijke misstanden onder de aandacht te brengen. Vooral omdat ik merk dat steeds meer boeren zelf gaan jagen. Het lijkt een "massa-sport" te worden! Titus Ysebaert 133

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 23