Ze overwinteren op de voedselplant als halfvolwassen insekt. In het voorjaar ontwik
kelen de diertjes zich verder tot het volwassen stadium. De éénjarige cyclus is dan
weer rond.
Woldopluizen voeden zich met plantensappen die ze met behulp van een speciaal
daarvoor ontwikkeld instrumen, de zuigsnuit, uit se sappige plantedelen zuigen.
Op het eerste gezicht lijken de volwassen beestjes meer op miniatuur pissebedden
dan op het gewone insektenbeeld. De drie lichaamsdelen, kop, borststuk en achterlijf
zijn met elkaar vergroeid tot één geheel, poten zijn nauwelijks ontwikkeld en vleugels
ontbreken zelfs geheel. Het lichaam is bruingeel, ovaalvormig, sterk afgeplat en tot
max. 1 cm. lang.
Kenmerkend ook voor onze ongevleugelde vriendjes is de sexuele dimorfie; er is een
groot verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes. De mannetjes zijn bij de meeste
soorten schildluizen zeldzaam, onbekend of ontbreken wellicht geheel. De systema
tiek berust dan ook enkel op de vrouwtjes.
Hoewel dopluizen evenals bladluizen sap uit de waardplant onttrekken is de schade
meestal van weinig betekenis. Alleen als de waardplant massaal bezet is, de boom of
struik ziet er dan besneeuwd uit, bestaat er kans op verdroging van plantedelen. Be
strijding zal dus meestal niet nodig zijn! Wil men toch tot bestrijding overgaan, gebruik
dan géén insekticiden. Insekticiden doden niet alleen de aantaster maar ook de na
tuurlijke regulators, zoals predatoren (vooral lieveheersbeestjes) en parasieten (o.a.
sluipwespen).
Bovendien brengen deze middelen gif in ons milieu. Een vriendelijker bestrijdingsme-
thode is het krachtige waterstraal afspuiten van de eizakken. Deze methode zal het
meest efficiënt zijn als ze half juli wordt uitgevoerd. De eizakken zijn dan geheel ge
vormd maar de eitjes zijn dan nog niet uitgekomen.
Schade
bwe-e. natwu.rlj'ke vijanden
van woldoplui'zen.
Sluipwesp
lisw^beersb eéstjC-
149