Bij de aanplant aangekomen vloog een roek voor ons uit. De knotelzen aan de rand van het bos oefenden blijkbaar veel aantrekkingskracht uit op sijsjes gezien de grote groep die er in de buurt vloog. Door het zachte winterweer waren de knoppen van de kamperfoelie en andere struiken al aardig opgezwollen. Terug gekomen bij ons vertrekpunt konden we terugzien op een interessanteleerzame en door het zachte winterweer ook aangename winterwandeling Verslag Nachtzwa1uwexcursie 16-06-1989 Op de afgesproken tijd bij de grensovergang Kapellebrug vertrokken we met de excursie1eider Han Hollander naar het waterwingebied bij Moerbeke. De opkomst van niet minder dan 29 deelnemers was symbolisch voor de gewekte verwachtingen vooraf. Omstreeks 20.00 uur zetten we koers naar Moerbeke. Dhr. Hollander, voorzitter van de Wielewaal, gaf uitleg over het gebied: deels partikulier deels gemeentelijk eigendom. Er is wel een achteruitgang waar te nemen op het gebied van de flora. Deelnemers die de excursie drie jaar geleden meemaakten zullen dit zeker beamen. De heide die toch vrij massaal voorkwam wordt teruggedrongen door de in opmars niet te stuiten Amerikaanse vogelkers. Volgens de excursielei der was het een groot vraagteken of we de nachtzwaluw wel zouden horen of zien want informatie ingewonnen bij de boswachter leerde dat de vogel dit jaar nog niet waargenomen was. Verstoring van het biotoop zoals de opmars van de vogelkers kan daar mede debet aan zijn. Via een betonweggetje - een overblijfsel van een in de Tweede Wereldoorlog aangelegd vliegveld - zochten we de boswachter op die daar woont. De kontakten tussen onze gids en de boswachter zijn ronduit goed te noemen en na het aanbieden van een fles wijn aan de laatste weten we ons zeker verzekerd van de toestemming van de boswachter bij het betreden van het gebied. Bij de boswachterswoning in een nis zagen we een Rood borstje op het nest zitten broeden en boven de schoorsteen gonsde het van de bijen die blijkbaar hun nest hadden in de schoorsteen. Onder de kerseboom lag het bezaaid met pitten: hier huisde een Appelvink; deze kraakt de pitten en haalt zo het zaad eruit. Het blauwzuur dat in deze pitten voorkomt doet de vogel geen schade dit in tegenstelling tot de mens die allang iets opgelopen zou hebben. 159

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 25