zien de jachtwijze van de Blauwe Kiekendief in open terrein, was het relatief vaak voorkomen van de Roodborst als prooi. TOEKOMST De resultaten tonen duidelijk aan dat Oost-Zeeuws~ Vlaanderen een belangrijk overwinteringsgebied is voor Blauwe Kiekendieven. Door de grote aantallen vogels op de slaapplaats te Saeftinghe leent deze zich bij zond er voor verder onderzoek omtrent gedrag en voedsel in de winter. Getracht zal worden om ook een betere indruk te krijgen van het jachtgedrag over dag in Saeftinghe en de omgeving. Ook zullen we proberen een indruk te krijgen van de aanvliegrichting en de aantallen kiekendieven die vanuit het binnen dijks gebied tegen de avond het schor binnenvliegen. Helaas is het moeilijk vast te stellen of er wellicht ook vogels van over de Schelde naar Saeftinghe komen. Eens te meer tonen bovenstaande gegevens aan dat het Verdronken Land van Saeftinghe een zeer belang rijk natuurgebied is dat het verdient om (nog beter) beschermd te worden. WAARNEMERS André Bourgonje, Mare Buise, Angelo de Caluwé, Marcel Capello, Henk Castelijns, Gwendolyn Dieleman, Willem Bart de Feyter, Pieter Paul van de Kerckhove, Willy de Koek, Jaap Poortvliet, Rob Remmerts, Neil Scully, Frank Terstappen, Franklin Tombeur, Henk Verldnde, Alex Wieland, Wim Wisse. LITERATUUR Castelijns, H. 1988, Slaapplaatsen van Blauwe Kieken dieven in de winter van 1987/88 in Oost-Zeeuws- Vlaanderen. Steltkluut 18: 108-112. Van Gompel, J. 1984, Het voorkomen van de Blauwe Kiekendief Circus cyaneus aan de Belgische kust tijdens de winter. Wielewaal 50, 377-387. Van Duin,G. Vogelzang, F. 1989. Gestencild tussentijds verslag van slaapplaats-tellingen van Blauwe Kieken dieven in Nederland. Namens de Vogelwerkgroep van de Steltkluut. André Bourgonje, Duchattelstraat 12, 2596 EL Den Haag 1 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 19