Kluut Door verlaging van het polderpeil en de daardoor ontstane verdro ging van mogelijke broedgebieden nam het aantal binnendijks sterk af, Ook de veroudering (verho ging) van schorren had zijn in vloed. Totaal 138 broedparen. Be langrijkste gebieden: Putting 12, Groot Eiland 6, Canisvliet 6, bezinkvijvers Sas van Gent 23, Riemenskreken 14, Grote gat 8, Hooge platen 25, Saeftinghe 7. Kleine plevier Totaal 45 paar: Groot Eiland 5, Nw. Neuzenpolder 3, bezinkvijvers Sas van Gent 6, Bontbekplevier Kustvogel met voorkeur voor droge broedplaats. Hooge platen 1, de Braakmanhaven 2 en Riemenskreek 1 melding. Strandplevi er 70 broedgevallen waarvan 27 op de Hooge platen, Kieuw Neuzenpolder 25, Paulinaschor 5, sluizen van Terneuzen (grindveld) 4. Kievit Heeft vooral te lijden van de in tensivering van de landbouw. In totaal werden 1.115 broedgevallen geconstateerd verspreid over Zeeuwsch-Vlaanderen. Belangrij ks- te gebieden: Saeftinghe (incl. Selenapolder) 70, Putting 61, Gr, Eiland 45, Braakmanpolder 41, Zwartenhoek 20, Grutto Broedvogel van natte graslanden. Totaal 124, Bonte strandloper Geen meldingen. Kemphaan Stelt zeer hoge eisen aan zijn biotoop en is sinds 1985 niet meer als broedvogel aanwezig in Zeeuwsch-Vlaanderen Watersnip Broedt in drassige graslanden die net als de watersnip in 1989 slechts sporadisch voorkomen: geen broedgevallen. Tureluur Grote aantallen verder op het Schor bij Paal 34, Hellegat 30, Paulina 30, Riemenskreekjes 11, Molenpolder 10, Putting 18, Se lenapolder 11, In de komende jaren dreigen Va- tersnip en Zomertaling als broed vogel uit onze regio te verdwij nen. Ook het aantal Tureluurs daalt. De situatie is voor een aantal soorten buitendijks an ders. Hier nam het aantal Ture luurs toe.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 21