01 evoge 1 S3 Realiteit en verwarring zijn vermeld van medewerkers, waaronder die van ondergetekende. Een vreemde benaming, olievogels. In de handboeken voor determina tie vinden we die ook niet terug als soort. We moeten die zoeken in een andere hoek en wel als fenomeen. Reeds tientallen jaren wordt er op zee gemorst met olie. Boven dien is het niet altijd olie wat overboord gaat of gelekt is. De transporten van vele soorten che micaliën per schip dragen er toe bij dat de golven in de vaarrou tes vaak ernstig met schadelijke stoffen warden besmeurd. Voor dezeevogels heeft dat desastreuze gevolgen. Het verenkleed dat on der normale omstandigheden ondoor dringbaar is voor water en koude verliest deze eigenschappen. De vogels verliezen hun drijfvermo gen, lopen longontsteking op of sterven doordat zij het goedje binnenkrijgen bij hun poging het verenkleed te poetsen. Jaarlijks spoelen er zo op onze stranden enkele duizenden van de ze slachtoffers aan, Een veelvoud sterft op zee. Bij grote olielek- kages in de winter, zoals in ja nuari '88 met de tanker Borcea, worden nog grotere aantallen ov erwinterende vogels getroffen in de Nederlandse kustwateren. Om nu enigzins voorbereid te zijn op dergelijke rampen heeft ook Zeeland een draaiboek voor de op vang, behandeling en revalidatie van deze vogels. Het Opvangplan olievogels' In deze uitgave van het Conslentschap Natuur, milieu en faunabeheer wordt uiteengezet wat te doen bij grote olierampen in het Deltagebied, dus ook de Vesterschelde. Namen en adressen Tot zover een prijzenswaardig in itiatief. Maar dan verschijnt een bericht in de krant: Olielekkeage in. het kanaal betekent het einde van een tiental eenden. Je gaat eens kijken. Ik heb het geweten! De eerste confrontatie was met iemand die geen verschil (wilde) zien tussen een wilde Wilde eend en een (half-)tamme parkeend. Een vogel is een vogel en nood is nood. Akkoord, maar wie nu trekt zich het lot van deze dieren aan? Bij de Steltkluut kwamen tele foontjes binnen met de vraag iets aan de vogels te doen, Op zo een moment moet je uitleggen dat het werkterrein van de Steltkluut on der meer alle in het wild levende vogels omvat en derhalve niet die parkeenden. Mensen vinden het niet leuk om van het kastje naar de muur te worden gestuurd. 'Pro beer het eens bij Dierenbescher ming' valt dan ook slecht. Trou wens deze houdt zich eigenlijk bezig met huisdieren die een ei genaar hebben. 'Het asyl?' Dat is er voor honden en katten. Voor vogels is er geen capaciteit. Laatste kans: 'ik las dat jij van de olievogels bent'. 'Ja, maar het Opvangplan olievogels treedt pas in werking bij een calami teit' Moeten we die vogels laten kreperen? Zeker niet, maar het blijft moeilijk de mensen er van te overtuigen dat ze in een der gelijk geval zelf voor de dieren moeten zorgen. Er is in Zeeuwsch- Vlaanderen geen vogelasyl. Dat is er wel in Middelburg. En die men sen daar zeggen prima, breng de vogels maar, we zullen proberen ze er door te slepen. Zij gaan er van uit dat elk levend wezen een 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1990 | | pagina 24