Albini et; me
Juveniele Bruine Kiekendieven met
veel wit in de vleugels
Op 9 juli 1989 werd ik gebeld
door een enthousiaste Richard
Bleijenbergh uit Nieuw-Namen dat
er een klein wonder was gebeurd
aan de kreek de Zestigvoet. Er
waren namelijk zo goed als witte
Kiekendieven uitgevlogen en of ik
maar foto's wilde komen nemen om
het bewijs voor eeuwig vast te
leggen.
Spoorslags reed ik nog diezelfde
avond naar Kieuw-Namen toe om sa
men met Richard dit schouwspel
gade te slaan. Het was een prach
tige zomeravond en voorzichtig
liepen wij de dijk op die de
Groot Kieldrechtpolder van de
Kieuw Kieldrechtpolder scheidt.
Ve hadden veel geluk want twee
van de pas uitgevlogen jongen za
ten in de top van een hoge mei
doorn vlakbij, terwijl de andere
twee jongen over de rietpluimen
en bloeiende wilgeroosjes langs
de kreek aan het leren manoeuvre
ren waren. De oudervogels waren
niet te zien.
Het was natuurlijk toch al te
donker om met een sterke telelens
te kunnen fotograferen en ik be
loofde Richard dat ik de komende
dagen mijn best zou doen om een
paar acceptabele plaatjes van
voornamelijk de witgekleurde vo
gels te schieten.
Pas op de 14*- juli was ik vanwege
mijn werk in staat om de schuil
hut op te bouwen in een nabijge
legen weiland, waar ik al eerder
gezien had dat de oudervogels
prooi aanboden.
Vroeg in de achtend, om een uur
of vijf, bouwde ik in schemerdon
ker de hut op. Tot ik het rond
een uur af drie s middags beu
was in de hut, met als enig re
sultaat een mooie zwart-wit foto
van een Houtduif. Ja, zo gaat dat
met het fotograferen van zeldzame
vogels.
Maar gelukkig had ik ook een boek
meegenomen waarin de streek be
schreven staat, namelijk Tussen
Afsluitdammen en Deltadijken no.
4 van Ing. M.H. Wilderom. Daarin
las ik dat ik mij op middeleeuwse
grond bevond en dat de polders
meermalen door het zeewater waren
overstroomd, zowel als gevolg van
stormvloeden als van oorlogshan
delingen, waarbij het gebied ex
pres door vriend of vijand door
middel van het doorsteken van de
dijken onder water werd gezet.
In het vrij uitgestrekte kreken-
gebied baant zich een geul door
de laaggelegen Kieldrechtlanden.
In het noorden stroomt vanuit de
Vesterschelde de Vlaamsche kreek,
zich voortzettend in de Rotte
kreek en de Kleine kreek van
Kieldrecht aan wiens oever ik mij
nu bevond. Allemaal kreken die
dit landschap sieren en tijdens
de ruilverkaveling gelukkig ge
spaard zijn gebleven. Tijdens m'n
lange zit in de schuilhut had ik
wel opgemerkt dat de jonge vogels
dikwijls in de hoge meidoorn za
ten en 1 s anderendaags zette ik
mij 's morgens voor dag en dauw
weer in de schuilhut, maar nu op
een plaats dichtbij de hoge mei
doorn. Ka enige uren lukte het
mij wat acceptabele foto's te
schieten waarna het weer stil
werd en ik de tijd kreeg om mijn
aantekeningen te maken. De ouder
vogels observerend met de kijker,
was aan het mannetje eigenlijk
niets bijzonders te zien; een
normale Kiekendiefvent dus, Het
vrouwtje evenwel was zeer licht
gekleurd met bijna witte kop en
vleugelvlekken. Twee jongen had
den boven de vleugels 80% wit en